Vertrouwen en ruimte geven

Michel van der Breggen was een van de initiatiefnemers, oprichters en de eerste voorzitter van de JOB. Dat proces was een ‘echt avontuur’, dat veel positieve energie opleverde. 

Michel van der Breggen

Voorzitter JOB: 1997-1999 
Was toen: Belastingadviseur bij PwC 
Is nu: Partner PwC 
Grootste leider: Winston Churchill, vanwege zijn unieke persoonlijkheid en zijn moed en leiderschap tijdens de Tweede Wereldoorlog  

De JOB in één woord … 

‘Jong en onbezonnen’ 

Hoe verliep het eerste voorzitterschap? 

‘Ik werkte twee jaar bij PwC. Collega’s hadden vrienden in de advocatuur en daar heb je de Jonge Balie. Ik dacht: waarom heeft de NOB geen jongerenvereniging? Jonge belastingadviseurs willen ook ervaringen uitwisselen. Met enkele kantoorgenoten en oud-studiegenoten gingen we brainstormen: hoe zou zo’n jongerenorganisatie eruit kunnen zien, hoe gaan we dat bij de NOB aanpakken? We gingen naar een regiovergadering en schoten de toenmalige NOB-voorzitter Peter Dekker aan. Daarna moesten we onze eigen kantoren overtuigen dat jonge medewerkers lid zouden mogen worden, en gingen we langs bij de diverse voorzitters van de belastingpraktijken. Dat verliep allemaal goed, binnen een paar maanden hadden we 900 leden. Het is dus echt van onderop ontstaan.’ 

Hoe kijk je terug op die tijd? 

‘Een spannende uitdaging, in meerdere opzichten. Gaat het wel lukken? Je kunt maar één keer pitchen bij de NOB, het is dan ja of nee. Het was veel vergaderen, lol hebben, etentjes, en uiteindelijk de stoute schoenen aantrekken. Een echt avontuur. Maar het was ook een uitdaging om ervoor te zorgen dat het niet na een jaar zou wegzakken, om de club relevant te houden en de NOB niet teleur te stellen. Naast een drukke baan leverde dit hele proces veel positieve energie op.’ 

Wat waren de bijzondere aspecten van het voorzitterschap? 

‘Naast wat ik eerder noemde, waren dat momenten zoals toen ik op het jaarcongres een presentatie moest geven. In het Concertgebouw, een volle zaal, ik was nog een jong broekie. Of neem het debattoernooi dat we hebben georganiseerd voor fiscalisten. We wilden ook Willem Stevens vragen voor ons openingsfeest, de oprichter van Caron & Stevens – nu Baker McKenzie. Een heel bekende fiscalist, die toen ook senator was. In die tijd rookte ik nog, dus ik moest eerst een sigaret hebben voordat ik hem durfde te bellen.’ 

Het kwam echt van onderop. Binnen een maand hadden we 900 leden

Wat was jouw leiderschapsstijl toen je voorzitter was? 

‘Leiderschap is een groot woord, want we deden het allemaal samen. Ik was de voorzitter, omdat het eerste initiatief bij mij vandaan was gekomen, at best was ik primus inter pares. Het was vooral: met plezier dingen voor elkaar krijgen. Als ik mijn leiderschapsstijl toch zou moeten definiëren, dan is het waarschijnlijk: openheid. Ik wil iedereen erbij hebben en meenemen. Tegelijk ben ik resultaatgericht. Daarbij hoort dat je mensen het vertrouwen en de ruimte geeft, zodat ze zelf hun taken en verantwoordelijkheden oppakken en invullen. Tegelijkertijd moet je af en toe wel de vinger aan de pols houden en soms wat bijsturen.’ 

Wat heeft het voorzitterschap jou opgeleverd? 

‘De kwaliteiten die je toen moest laten zien – initiatief nemen, samen iets opzetten – zijn eigenlijk dezelfde die je ook nodig hebt in de rest van je carrière. Wat dat betreft zijn alle andere bestuursleden van het eerste uur ook allemaal goed terechtgekomen. Ik heb er ook een warme band met de NOB aan overgehouden. Zo was ik tot maart voorzitter van de sectie Transfer Pricing en doceer ik nog steeds bij de SOB.’ 

Ben je nadien nog vaak bij de JOB geweest? 

‘Beperkt, ook omdat ik vlak na mijn voorzitterschap voor een jaar naar Londen ben vertrokken, en daarna was ik ‘te oud’ om nog lid te kunnen zijn. Die regel hadden we zelf bedacht: maximaal vijf jaar lid, en je mocht niet ouder zijn dan 35.’