Zoeken
Uitspraak Raad van Beroep 6 juni 2017 (B 96) tegen de uitspraak van de Raad van Tucht 21 juli 2016 (T 354)
Belangenverstrengeling (artikel 2 RBU). Een NOB-lid mag in zaken die wat betreft problematiek en onderliggende feiten met elkaar samenhangen slechts dan de belangen van twee (of meer) op enige wijze met elkaar verbonden partijen behartigen, indien hiervoor voorafgaande toestemming van beide partijen is verkregen. Niet is van belang of de in concreto gevolgde strategie dezelfde is en of daadwerkelijk sprake is van belangenverstrengeling. Relevant is dat in abstracto in elk van de zaken conflicterende strategieën zouden kunnen worden gevolgd, waardoor de schijn van belangenverstrengeling kan ontstaan.
Uitspraak Raad van Beroep 2 januari 2017 (B 95) tegen de uitspraak van de Raad van Tucht 9 maart 2016 (T 347)
Klachten van Klager die geen cliëntrelatie heeft met Verweerder over handelen in een andere hoedanigheid dan de hoedanigheid als belastingadviseur. Toetsing aan artikel 1 RBU (eer en waardigheid). Niet ieder laakbaar handelen van een lid van de NOB buiten de sfeer van het beroep van belastingadviseur leidt tot een schending van artikel 1 RBU. Dat is alleen dan het geval indien dit handelen zozeer in strijd is met de eer en waardigheid van het beroep van belastingadviseur dat de beroepsgroep hierdoor in diskrediet is gebracht.