Vijf vragen aan Henk Koller over het onderzoek naar hoe leden hun relatie met de Belastingdienst ervaren

Elke twee jaar laten de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs (NOB) en het Register Belastingadviseurs (RB) onderzoek uitvoeren naar de vraag hoe de leden hun relatie met de Belastingdienst ervaren. Eind 2021 werd dit onderzoek herhaald. Vijf vragen aan Henk Koller, directeur van de NOB over de uitkomsten van dit onderzoek.

Wat is voor jou de meest opvallende conclusie van het rapport ten opzichte van eerdere jaren?

Dat er eigenlijk nog niet zo heel veel is veranderd. Er is nog steeds sprake van een de matige tot slechte bereikbaarheid van de Belastingdienst tenzij er sprake is van een vaste contactpersoon. Op dat moment neemt de waardering sterk toe. De waardering voor de Belastingdienst scoort, in vergelijking met de eerste keer dat we het onderzoek uitvoerden, nog steeds een 5,9. De persoonlijke relatie met een inspecteur of andere vaste contactpersoon scoort een 7,7. In 2011 was dat een 7,6.

Wat valt je nog meer op in dit onderzoek?

Twee zaken. Het eerste is hoe een deel van onze leden, de bedrijfsfiscalisten hun samenwerking met de Belastingdienst ervaren ten opzichte van de belastingadviseurs. Bedrijfsfiscalisten geven een hogere waardering. Dat is begrijpelijk. Zij werken vaak voor grote bedrijven die op hun beurt weer een vast aanspreekpunt hebben binnen de Belastingdienst. 

Als tweede komt uit het onderzoek naar voren dat er nog steeds sprake is van een verharding in de verhoudingen ten opzichte van drie jaar geleden. We hebben nog steeds te maken een hiërarchische controlecultuur in plaats van een gelijkwaardige overlegcultuur. Ook wanneer er sprake is van werken onder Horizontaal Toezicht.  Opvallend is ook dat de waardering voor het werken onder HT zeer wisselend wordt gewaardeerd. Overduidelijk is dat er behoefte is aan meer nakoming van de achterliggende gedachte van vertrouwen. Ook de voordelen voor deelname worden niet voldoende duidelijk volgens de enquête.

Zijn er wel verbeteringen geconstateerd?

Ja, het correct toepassen van sancties wordt door de leden van het RB en NOB hoger gewaardeerd. We komen nu uit op een 6,1. In 2019 was dat 5,2. Als NOB hebben we rechtszekerheid en rechtsbescherming tot speerpunt gemaakt.  Voor ons een extra stimulans om verder te gaan op de ingeslagen weg. Ook de bereikbaarheid van de Belastingdienst is licht verbeterd. Maar het blijft wel een aandachtspunt op het moment dat er geen sprake is van een vaste contactpersoon.

Wat doen jullie met de uitkomsten van dit onderzoek.

We delen de uitkomsten uiteraard met de Belastingdienst en doen daarbij ook een aantal aanbevelingen. We hopen hiermee de samenwerking verder te kunnen verbeteren. Overigens is het niet zo dat dat we op beleidsmatig- management niveau niet goed samenwerken met de belastingdienst. Er is sprake van vele vormen van overleg over tal van onderwerpen in vele geledingen. De sfeer is daarbij constructief en transparant. Kunst is om dat ook op het niveau van het dagelijks werk gedaan te krijgen.

Wat zijn de belangrijkste aanbevelingen?

Ik moet bekennen dat we nog steeds hameren op het verbeteren van de bereikbaarheid. Als je kijkt naar Horizontaal Toezicht merken we dat die contactpersonen telefonisch goed bereikbaar zijn. Wat de waardering weer ten goede komt. Maar het kan allemaal efficiënter.  Onze leden zijn daarin een belangrijke schakel . Een goede samenwerking en overleg op basis van wederzijds vertrouwen draagt daar aan bij.

Het persbericht en samenvatting van het rapport zijn hier te lezen