In gesprek met Ellen Punte

Dit voorjaar is Ellen Punte, partner bij de Jong & Laan, toegetreden tot het Algemeen Bestuur van de NOB. Als bestuurslid richt zij zich op de middelgrote kantoren en de nationale praktijk. In dit interview stelt ze zich voor.

Kun je iets vertellen over je achtergrond en ervaring binnen de fiscale sector?

Ik heb fiscaal recht gestudeerd in Tilburg en ben in 2006 afgestudeerd. In 2002 begon ik bij de Jong & Laan, waar ik nog steeds werk. Ik startte daar als jongste bediende en groeide door naar de functie van fiscaal partner. Inmiddels werk ik daar bijna 23 jaar en heb ik veel verschillende facetten van de fiscaliteit mogen ervaren.

Ik begon in de aangiftepraktijk en stapte snel over naar advisering, gericht op nationale en internationale vraagstukken. Uiteindelijk koos ik voor een meer generalistische rol, waarin ik nu grotere familiebedrijven op fiscaal strategische en herstructureringsvraagstukken ondersteun.

Je hebt dus tegelijk gewerkt en gestudeerd. Hoe was dat?

Klopt, ik heb eerst fiscale economie op het hbo gedaan in Enschede. Na mijn stage bij de Jong & Laan ben ik daar gebleven. Na mijn hbo-diploma in 2003 besloot ik fiscaal recht aan de universiteit te gaan studeren. De Jong & Laan ondersteunde me, waardoor ik fulltime kon werken én studeren.

Het was pittig maar ook waardevol, omdat ik het geleerde direct kon toepassen in de praktijk en collega’s om hulp kon vragen bij het interpreteren van fiscale wetgeving. In de praktijk merkte ik pas hoe verschillende fiscale vakgebieden samenhangen, iets wat me nu nog steeds veel oplevert.

Ik ben gepassioneerd over ons vak en wil bijdragen aan de brede vraagstukken rond de toekomst van ons beroep

Wat heeft je gemotiveerd om deel uit te maken van het algemeen bestuur van de NOB, en wat zijn je portefeuilles?

Binnen het bestuur heb ik twee portefeuilles: de  middelgrote kantoren, waar de Jong & Laan onder valt, en de nationale praktijk/familiebedrijven. Daar ligt voor middelgrote kantoren vaak de focus op.

Ik ben gepassioneerd over ons vak en wil bijdragen aan de brede vraagstukken rond de toekomst van ons beroep. Een bestuursfunctie geeft mij de kans om actief mee te denken en om input vanuit de praktijk terug te koppelen naar beleidsmakers. Soms worden regels bedacht zonder oog voor de praktijk, en daar kunnen wij als NOB iets aan doen.

Een ander punt waar we als NOB veel aandacht aan geven is de arbeidsmarkt. De vraag naar afgestudeerde fiscalisten blijft groot. Zowel bij de advieskantoren als bij de Belastingdienst. Het is van groot belang om jongeren enthousiast te maken voor het vak en hen te laten zien dat het nog steeds een kansrijke en stabiele loopbaan biedt.

Bovendien wil ik bijdragen aan het imago van de NOB als brede vereniging, voor universitair geschoolde fiscalisten uit allerlei praktijken en niet alleen voor degenen die bij de grote advieskantoren werken.  

Wat is de rol van de klankbordgroep middelgrote kantoren?

De klankbordgroep biedt een plek om ervaringen te delen en samen te bespreken waar we tegenaan lopen. Hoewel we concullega’s  zijn, kunnen we elkaar versterken en gezamenlijk optrekken bij knelpunten, bijvoorbeeld in ons contact met de Belastingdienst of bij de uitvoering van wetgeving.

Ik wil graag de fysieke ontmoetingen binnen de klankbordgroep bevorderen. Persoonlijk contact versterkt de onderlinge band en motiveert leden om actief mee te doen. Als we elkaar alleen via Teams spreken, zie je sneller afzeggingen. We kunnen bijvoorbeeld afwisselend bijeenkomsten op elkaars kantoren organiseren. Dit geeft bovendien een goed beeld van elkaars werkomgeving, wat de samenwerking ten goede komt.

Een ander onderdeel van je portefeuille is de nationale praktijk/familiebedrijven. Wat zijn je plannen hiervoor?

Dit is een gebied wat volgens mij nog extra aandacht kan gebruiken. We hebben de DGA-dag en tal van PE-cursussen die geschikt zijn voor adviseurs in de nationale praktijk. Deze hebben inmiddels een vaste plek in de agenda en leveren veel positieve reacties op. Maar we willen dit succes verder uitbouwen. Samen met de werkgroep ‘Nationale Praktijk/ Familiebedrijven’ wil ik onderzoeken hoe de NOB zowel middelgrote, kleinere als grote kantoren beter kan ondersteunen. Het is essentieel om te inventariseren waar de behoeften liggen, want ook de nationale praktijk is belangrijk voor de NOB en de leden die daarin werkzaam zin.

Welke boodschap heb je voor NOB-leden die actief betrokken willen zijn bij de activiteiten van de NOB?

Gewoon doen! Betrokkenheid kan veel waarde bieden. Recent sprak ik met iemand die wilde deelnemen aan de werkgroep nationale praktijk/familiebedrijven en vroeg wat voor profiel we zochten. Voor mij draait het vooral om energie en bereidheid om proactief mee te denken. Ervaring is belangrijk, maar het gaat vooral om motivatie en inzet. Actieve betrokkenheid biedt ook veel voor je eigen werkomgeving. Bijdragen aan de NOB kan je ontwikkeling stimuleren en biedt inzichten die je in je werk kunt toepassen. Het is echt een win-winsituatie, en ik hoop dat meer leden dat gaan inzien.

Het laatste nieuws