Vijf vragen aan André Verburg, voorzitter van de Raad van Tucht van de NOB
De NOB heeft een eigen tuchtrechtspraak, waarin de praktijkuitoefening van leden wordt getoetst aan de ‘eer en waardigheid van het beroep’. De tuchtrechter treedt op als klanten (of anderen met een belang) ontevreden zijn over de dienstverlening door een NOB-lid. De zogeheten kamer van de Raad van Tucht die een zaak behandelt bestaat uit een voorzitter, een NOB-lid en een extern lid. De voorzitter en plaatsvervangend voorzitter zijn geen lid van de NOB en werken (of werkten) in de rechtspraak. De NOB-leden in de Raad van Tucht worden benoemd door de algemene ledenvergadering. De externe leden komen vaak uit de rechterlijke macht. Op 1 januari 2023 is André Verburg benoemd tot voorzitter van de Raad van Tucht (sinds 2015 was hij al plaatsvervangend voorzitter). In het dagelijks leven is hij staatsraad (rechter) in de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Vijf vragen aan hem over het tuchtrecht van de NOB.
Kun je wat meer vertellen over het tuchtrecht van de NOB en hoe dit in zijn werk gaat?
In de basis komt het er op neer dat we klachten over een belastingadviseur beoordelen. Voor NOB-leden zijn de beroepsregels (‘Code of Conduct’) het uitgangspunt voor de uitvoering van hun werk. Soms gaat er iets mis tussen een klant en de belastingadviseur. Die klant kan dan een klacht indienen bij de Raad van Tucht. Wij onderzoeken dan wat er precies is gebeurd en of dit wel volgens de beroepsregels is gegaan. De focus voor ons als tuchtrechter is dan ‘heeft de belastingadviseur zich aan de beroeps- en gedragsregels gehouden’? Dat is dus, zou je kunnen zeggen, een wat eenzijdige blik. Misschien had de klant boter op het hoofd of deed die onverstandige dingen, maar de Raad van Tucht kijkt vooral of de belastingadviseur zich aan de NOB-beroepsregels heeft gehouden. Op zich is dat logisch: je kan als tuchtrechter niet zeggen ‘omdat de klant domme dingen deed, verwijten we de professional niet dat hij of zij zich niet aan de beroepsregels hield’. Toch kan het voor de belastingadviseur moeilijk te verkroppen zijn dat de aandacht zo alleen op zijn of haar handelen gericht is.
Het gaat trouwens niet altijd om een klacht van een klant maar het kan ook een ander zijn die een klacht heeft over een belastingadviseur. Bijvoorbeeld een voormalige huwelijks- of handelspartner van de klant. Ook de Directeur-Generaal van de Belastingdienst en de toezichthouder van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme kunnen een klacht indienen. En ook het bestuur van NOB kan een klacht indienen bij de Raad van Tucht. Als een van deze partijen een klacht indient, toetsen we niet aan de beroeps- en gedragsregels die gaan over de klantrelatie maar alleen aan de ‘eer en waardigheid van het beroep’.
De Raad van Tucht heeft in de loop van de jaren steeds meer invulling gegeven aan de beroepsregels. Die zijn steeds gedetailleerder geworden. De rechtspraak van de Raad van Tucht en Raad van Beroep geeft weer hoe we de beroeps- en gedragsregels uitleggen. Want niet alles is terug te vinden in de beroepsregels. Bijvoorbeeld wanneer een belastingadviseur naar aanleiding van een klacht aangeeft dat niet hem of haar maar een collega iets te verwijten valt. De tuchtrechter kijkt dan of die collega onder de verantwoordelijkheid van die belastingadviseur heeft gewerkt. In dat geval kan die belastingadviseur toch tuchtrechtelijk aangesproken worden. Maar als die collega zelf ook onder het tuchtrecht valt kan het juist weer zijn dat die collega aangesproken moet worden.
Welke zaken zie je vooral voorbijkomen?
Laat ik eerst zeggen dat belastingadviseurs vaak een heel lange relatie hebben met hun klanten. Dat heeft tot gevolg dat klanten niet snel naar de tuchtrechter stappen. Op het moment dat er een klacht wordt ingediend, is dat vaak omdat er ergens in de loop van de tijd in die relatie iets mis gaat. Bijvoorbeeld over de dienstverlening of een, in de ogen van de klant, te hoge rekening of het verwijt dat een belastingadviseur bijvoorbeeld niet duidelijk heeft gemaakt hoe hij of zij een opdracht zal uitvoeren. Zo hadden we een aantal gevallen waarbij een echtpaar, vennoten of eigenaren uit elkaar gaan. Dan zijn de verhoudingen verstoord en als mensen zich dan boos maken over een advies of de werkwijze van de belastingadviseur, vinden die emoties een uitweg in een klacht. Dat gevaar bestaat, zeker als een belastingadviseur denkt voor beide partijen te kunnen blijven werken. Om heel eerlijk te zijn denk je dan als tuchtrechter wel eens: wat ging er door je heen toen je dacht dat dit een goed idee was?
Ook tegenvallende resultaten van een bedrijf kunnen tot klachten leiden. Bijvoorbeeld bij een BV waarin te weinig geld is overgebleven voor de pensioenpot van de DGA, terwijl je ziet dat de belastingadviseur daar een paar keer op heeft gewezen. Vervolgens krijg je dan een klacht van de DGA of de erfgenamen van de DGA daarover. Maar dat is onder de streep niet de fout van de belastingadviseur. Maar natuurlijk zien we ook dat een belastingadviseur optreedt op een manier die niet door de beugel kan. Vooral is dat: niet transparant zijn over wat je wel en niet voor een klant kan doen. Een enkele keer: verschillende belangen dienen die niet goed te verenigen zijn.
Afgelopen jaar heeft de NOB de Tax Principles ingevoerd. Gaat het tuchtrecht daar ook over?
De Tax Principles zijn een aanvulling op de beroeps- en gedragsregels dus is het op zich logisch om te verwachten dat wij als tuchtrechter ook zullen oordelen dat de belastingadviseur zich hieraan moet houden. En dus is te verwachten dat handelen in strijd met die Tax Principles tuchtrechtelijk ‘laakbaar’ is. Maar een rechter blijft een rechter, dus ik zal altijd zeggen dat we het pas definitief uitmaken als er een concrete zaak is. De Tax Principles zijn vastgesteld in april 2022. Sindsdien is er nog geen uitdrukkelijk beroep op gedaan in klachten bij de Raad van Tucht.
Ook als er een beroep op wordt gedaan, is het goed om je te realiseren dat het gaat om uitgangspunten, principes. De formulering is zo ruim dat ze niet makkelijk als norm zijn te hanteren. Denk aan de eerste tax principle, die zegt dat fiscale advisering gebaseerd moet zijn op ‘een realistische inschatting van alle relevante bekende feiten en op verdedigbare interpretaties van de toepasselijke internationale en nationale belastingwet- en regelgeving’. Wij zijn als tuchtrechter geen superbelastingadviseur, dus wij gaan niet zeggen ‘zo zou ik het nooit doen, dus u had dit ook niet zo mogen doen’. De belastingadviseur moet wel een pleitbaar standpunt innemen, maar hoeft niet per se het juiste standpunt in te nemen.
Wat is de impact van een klacht voor een belastingadviseur?
Wij merken dat een tuchtprocedure erg ingrijpend is voor een belastingadviseur. Dat merk ik zelf ook in mijn beroep als rechter bij een wrakingsverzoek. Dat werkt ongeveer hetzelfde. Als rechter vind ik het belangrijk om onpartijdig te zijn. Op het moment dat iemand mij wraakt zegt die eigenlijk ‘ik vertrouw er niet op dat u onpartijdig bent’. Dat raakt de kernwaarde van mijn beroepsuitoefening. Zelfs als die wrakingsklacht aperte onzin is. Dan nog raakt mij dat. Dat zie je ook bij een belastingadviseur. De meeste belastingadviseurs die ik tref doen hun uiterste best om hun beroep naar eer en geweten uit te oefenen. Een klacht raakt de kernwaarde van hun beroepsuitoefening. Krijg je als belastingadviseur een klacht tegen je dan is het verstandig om na te denken of je een advocaat of bedrijfsjurist erbij wilt hebben en de klacht dus op een formele manier wil aanpakken of dat je zelf probeert het vertrouwen te herstellen. Daarnaast kan je denken aan een andere professional die tussen jou en de klager komt te staan, zodat eventuele emoties ook wat gedempt worden. En daarbij moet je goed de vinger aan eigen pols houden: raakt mij dit zo dat ik beter een advocaat of en andere intermediair kan inschakelen?
Hoe kan een belastingadviseur een klacht voorkomen?
Wanneer er een conflict ontstaat, kan dat om meerdere redenen zijn. Dat kun je als belastingadviseur niet altijd voorkomen. Maar als je als belastingadviseur je goed aan de beroeps- en gedragsregels houdt, voorkom je dat een klant diverse stokken vindt om jou mee te slaan. Daarom is mijn advies, ook al is de relatie met je klant heel goed en kom je op elkaars verjaarsfeestjes en maak je boottochtjes met elkaar, dan nog houd je je strikt aan de beroeps- en gedragsregels: je hebt altijd je rekening goed uitgesplitst, je hebt de aan de voorkant gemaakte afspraken met je klant goed bevestigd, je bent transparant, je doet wat je hebt beloofd en je bent duidelijk in wat je niet kan doen. Dat voorkomt een hoop ellende.