Vijf vragen aan Beatrix den Boer
Deze week zijn de herziene Richtsnoeren voor de interpretatie van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) voor accountants en belastingadviseurs gepubliceerd. Vijf vragen aan Beatrix den Boer (Commissie Beroepszaken) over deze richtsnoeren.
Waar dienen de richtsnoeren voor?
De richtsnoeren hebben als doel om belastingadviseurs en accountants in staat te stellen de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) op een uniforme wijze te interpreteren. Ze fungeren als naslagwerk met een uitgebreide toelichting op de Wwft en worden indien nodig aangepast. Recentelijk is er weer een aanpassing doorgevoerd.
Is het ook nu weer een co-productie?
Ook ditmaal zijn de richtsnoeren opgesteld door het Register Belastingadviseurs (RB), de Koninklijke Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA), en de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs (NOB). We streven ernaar om zoveel mogelijk tegemoet te komen aan ieders wensen en eisen. Op het punt van de verificatie van de identiteit van de vertegenwoordiger van een rechtspersoon hebben we dit keer helaas geen volledige overeenstemming kunnen bereiken. Op dat punt bevatten de richtsnoeren een enigszins afwijkend standpunt van NOB.
In welke hoofdstukken zitten deze wijzigingen?
In de nieuwe versie hebben we alle wijzigingen ten opzichte van de vorige versie kort opgesomd in de ‘Bijlage wijzigingen in deze nieuwe uitgave’ (hoofdstuk 11). Twee van de wijzigingen wil ik graag benoemen.
Zoals bekend geldt voor belastingadviseurs een vrijstelling voor de Wwft voor werkzaamheden die bestaan in het bepalen van de rechtspositie. Eerder waren de ministeries en BFT van mening dat het bepalen van de rechtspositie alleen plaatsvindt tijdens het verkennende gesprek. Inmiddels wordt het standpunt van de beroepsorganisaties gedeeld dat het bepalen van de rechtspositie ook over het verkennende gesprek heen kan gaan.
Een andere wijziging betreft de verplichting tot het melden van ongebruikelijke transacties. Het komt voor dat het een cliënt pas later duidelijk wordt dat hij ten onrechte geen of een te lage aangifte heeft gedaan. Als de cliënt vervolgens niet alsnog (suppletie)aangifte doet dan werd eerder verdedigd dat de belastingadviseur een melding ongebruikelijke transactie moet doen. Dit standpunt is nu genuanceerd in verband met het feit dat volgens het strafrecht opzet op een gedraging niet pas ná de gedraging kan ontstaan.
Is de e-learning ook aangepast?
Voorlopig hebben we de e-learning nog niet aangepast, omdat de meeste wijzigingen al bekend waren tijdens de ontwikkeling van de e-learning. Deze zijn dus al geïntegreerd in de bestaande e-learning. Natuurlijk zullen we de e-learning alsnog aanpassen als dat noodzakelijk blijkt. Mochten er toch aanpassingen vereist zijn, informeren we tijdig onze leden, zodat zij de bijgewerkte e-learning kunnen volgen.
Als leden vragen hebben over de Wwft, waar kunnen ze terecht?
Leden kunnen in eerste instantie de Wwft servicedesk op de NOB-website raadplegen. Daarnaast adviseren we onze leden om de eerdergenoemde e-learningmodule Wwft regelmatig te blijven volgen, zelfs als er geen wijzigingen zijn doorgevoerd. Bovendien actualiseren we onze website indien nodig.
We zien dat kantoren zonder eigen compliance-afdeling veelvuldig gebruikmaken van onze Wwft servicedesk. Als via de website geen antwoord wordt gevonden, blijft het altijd mogelijk om via nob@nob.net (met vermelding van ‘Wwft’) vragen te stellen.