Vijf vragen aan Freerk Volders en Bart van der Burgt
Freerk Volders en Bart van der Burgt zijn beiden als docent verbonden aan de SOB. Vijf vragen aan hen over de opbouw en evaluaties van de cursussen ‘Bedrijfsconcentraties; juridische fusie, juridische splitsing en bedrijfsfusie – nationaal’ en ‘Bedrijfsconcentraties; grensoverschrijdende juridische fusies en splitsingen’
Allereerst kunnen jullie je voorstellen?
Freerk: Ik werk als notaris in Rotterdam bij Meijburg en ik ben al sinds ik meen 2005 betrokken bij de SOB-cursussen. Bijna 20 jaar geleden ben ik begonnen met cursussen over het nieuwe personen- en vennootschapsrecht, wat later weer werd ingetrokken. Sinds 2012 geef ik de cursus over het civielrechtelijke deel van fusie en splitsing.
Bart: Sinds 2012 ben ik verbonden als docent aan de Beroepsopleiding Belastingadviseurs en verzorg ik deze cursussen. Daarnaast ben ik werkzaam bij het bureau vaktechniek van BDO Belastingadviseurs en verbonden als docent en onderzoeker aan Tilburg University.
Wat houden de cursussen precies in en hoe zijn ze opgebouwd?
Freerk: We hebben bewust gekozen voor twee aparte cursussen: ‘bedrijfsfusie, juridische fusie en juridische splitsing, nationaal’ en ‘grensoverschrijdende juridische fusies en splitsingen’. Deze twee cursussen overlappen elkaar voor een deel, maar verschillen ook wel weer van elkaar. Het nationale gedeelte gaat over fusies en splitsingen in Nederland, met name de civielrechtelijke componenten ervan. Wat mij als notaris opvalt, is dat deze transacties vaak technisch worden onderschat, terwijl fiscaliteit en civiel recht hand in hand gaan. Dat laatste is ook het interessante aan dit onderdeel van de praktijk. Een fusie is bijvoorbeeld een heel mooi instrument, omdat het een algemene titel voor overgang van vermogen biedt en automatische toekenning van aandelen mogelijk maakt. Je kunt vennootschappen in een structuur, die je niet meer nodig hebt, op een elegante wijze opruimen, zonder dat je met losse eindjes blijft zitten. Een van de onderschatte aspecten in de praktijk is dat een ontbinding van een vennootschap heel makkelijk lijkt, maar vaak juridisch complexer is dan gedacht. Ik kom heel vaak tegen dat men gedurende het vereffeningsproces tegen onvermoede vermogensbestanddelen of rechten of verplichtingen aanloopt die dan met inachtneming van de van toepassing zijnde wetten moeten worden overgedragen. Een fusie lost dat “met één pennenstreek” op.
Fusies en splitsingen in Nederland zijn veelgebruikte instrumenten om je vennootschapsstructuur op orde te houden. Ze worden ook veel gebruikt in het kader van bedrijfsopvolging, om het ondernemingsvermogen te splitsen van het beleggingsvermogen. Dit maakt het mogelijk om het ondernemingsvermogen door te geven aan de volgende generatie, terwijl het beleggingsvermogen achterblijft bij de doorgevende generatie. Immers, voor bedrijfsopvolging hebben we nog steeds een fiscale faciliteit, maar voor beleggingsvermogen niet.
Hoewel dit een fiscale cursus is, realiseer ik mij dat je niet goed kunt adviseren over deze rechtsfiguren zonder iets te weten van de civiele kant. Als fiscalist moet je begrip hebben van de civiele issues, en andersom geldt dat notariële advisering niet goed kan zonder een bepaalde kennis van fiscale issues.
Voor het grensoverschrijdende deel, dat veel minder voorkomt maar een interessant onderwerp is, zijn de transacties complex doordat er verschillende jurisdicties betrokken zijn die toch weer hun eigen verschillende regels hebben die in elkaar moeten passen, zowel civielrechtelijk als fiscaal. Grensoverschrijdend fuseren was al langer mogelijk en we zien de laatste jaren meer en meer andere grensoverschrijdende transacties. Dat laatste, mede door de implementatie van de Europese mobiliteitsrichtlijn die ook de grensoverschrijdende omzetting en splitsing faciliteert.
Bij ons op kantoor doen we regelmatig dergelijke grensoverschrijdende transacties, ik schat zo’n 15 per jaar. Deze komen met name voor bij internationale ondernemingen, helaas vaak om uit Nederland weg te gaan, bijvoorbeeld vanwege fiscale onzekerheid of vanwege een minder flexibel vestigingsklimaat. Deze transacties zijn complex. Hier zie je dat fiscaliteit en civiel recht daarin door elkaar heen lopen.
Bart: Met de cursus ‘bedrijfsfusie, juridische fusie en juridische splitsing nationaal’ proberen we allereerst de cursisten een stukje civielrechtelijke verdieping te geven op de rechtsfiguren. In het middagdeel komt een scala aan fiscale (deel)onderwerpen aan bod waar we de techniek ingaan. Waar komen de faciliteiten vandaan, waarom zijn die er, hoe kan je daar gebruik van maken, wat zijn de belangrijkste punten voor de dagelijkse praktijk en waar moet je op letten in de belastingadvisering? Een belangrijk deel van de middag gaat over de antimisbruikbepaling die aan de fiscale faciliteiten gekoppeld is. Daarover is inmiddels de nodige jurisprudentie verschenen en voor de praktijk is een goed begrip van de antimisbruikbepaling van groot belang.
De cursus ‘grensoverschrijdende juridische fusies en splitsingen’ volgt in zekere zin hetzelfde stramien, alleen daar ligt de focus echt op de grensoverschrijdende aspecten. Neem bijvoorbeeld een grensoverschrijdende juridische fusie met een Nederlandse besloten vennootschap als verdwijnende rechtspersoon en een naar buitenlands recht opgerichte vennootschap als verkrijgende rechtspersoon. Wat zijn de fiscale gevolgen als (een deel van) het vermogen Nederland verlaat? En hoe zit het precies met de positie van de aandeelhouders? We leggen in deze grensoverschrijdende variant de focus ook echt op de grensoverschrijdende zaken, maar we behandelen dit wel vanuit Nederlands (civiel en fiscaal) perspectief. Gemene deler met de nationale variant is dat we ook in de grensoverschrijdende variant aandacht besteden aan de antimisbruikbepaling.
’s Ochtends behandelen jullie het civielrechtelijke stuk en ’s middags het fiscaalrechtelijke. Maar waarom is het belangrijk om eerst dat civielrechtelijke te doen en dan pas het fiscaalrechtelijke?
Freerk: Om het goed te kunnen overzien, is het van groot belang om de essentiële kenmerken van het civiele recht te kennen. Een fusie of splitsing is te vergelijken met de overgang van vermogen algemene titel op de erfgenamen bij overlijden; je stapt in de schoenen van je voorganger. Beide rechtsfiguren zijn een efficiënte methode om veel activa en passiva met een enkele handtekening over te dragen.
Bart: Dat is belangrijk omdat de fiscale wet- en regelgeving naadloos aansluit op het civiele recht bij begrippen zoals juridische fusie, juridische splitsing en omzetting. Als fiscalisten moeten we dus naar het civiele recht kijken want dat werkt door. Bij bedrijfsfusies ligt dat overigens anders omdat de fiscale wet het begrip bedrijfsfusie zelf omschrijft.
Om de fiscaliteit goed te begrijpen bij een fusie, bijvoorbeeld de juridische fusie, moeten we eerst het civiele recht behandelen. Bij een juridische fusie gaat vermogen van de ene BV naar een andere BV of een buitenlandse verkrijger (bij een grensoverschrijdende fusie) via algemene titel over. Dit betekent dat je niets afzonderlijks hoeft over te dragen; het doorlopen van de fusieprocedure is voldoende voor een vermogensovergang onder algemene titel. Fiscaal gaan we normaal gesproken uit van afzonderlijke overdrachten. Daarom is begrip van het civiele recht essentieel, zodat we de civiele werkelijkheid fiscaal kunnen vertalen.
Hetzelfde geldt voor andere partijen bij een fusie, zoals aandeelhouders en schuldeisers. Het fiscale recht sluit aan bij hoe het civiele recht deze transacties vormgeeft. Fiscaal recht kan dus niet zonder civiel recht. Als fiscalisten bieden wij faciliteiten voor een fenomeen dat in de (civiele) praktijk is ontstaan door een behoefte aan herstructureringen en reorganisaties. De fiscale wetgever heeft willen bereiken dat de fiscaliteit geen ‘stoorzender’ is bij het uitvoeren van wenselijke fusies en splitsingen. Daarbij moeten we bedenken dat de fusie of splitsing zelf geen ‘cash’ oplevert.
Hoe ervaren de cursisten de opbouw van deze cursus? Zien ze het belang van het civielrechtelijke onderdeel ook in?
Bart: Als wij naar de evaluaties kijken, zie ik dat de cursisten het belang van het civiele recht inzien, maar dat ze de verhouding tussen het civiele deel en het fiscale deel het liefst wat aangepast zouden zien. Iets meer ruimte voor de fiscale aspecten is wel de boodschap.
Freerk: We zijn de cursussen langzamerhand aan het aanpassen. Waar we eerst heel erg op het technische civielrechtelijke en de procedure ingingen, proberen we nu veel meer met voorbeelden te werken. Ik merk dat veel fiscalisten het civielrechtelijke wat verder van zich af hebben staan. Daarom is het van belang om wel de essentialia in de cursus aan de orde te laten komen.
Bart: Sprekende voorbeelden zijn daarbij zeker belangrijk. Voor mij als docent heb ik het ’s middags een stuk gemakkelijker als er ’s ochtends een goede basis van het civiele recht is gelegd. Stel dat je het civiele deel eruit zou snijden en alleen een fiscale cursus zou geven. Ook dan ontkom je er uiteindelijk niet aan om toch iets over het civiele recht te zeggen. Dat kun je het beste door een civielrechtelijke professional laten doen: een civilist die ook de praktijk goed kent.
Freerk: Dat is de meerwaarde van onze aanpak. We gaan de verhouding een beetje aanpassen zodat het fiscale deel iets groter wordt en het civiele iets kleiner, maar de kern en wat de fiscalist echt nodig heeft blijft behouden. Dat is het compromis waar we op uitkomen, denk ik.
Hoe wordt de cursus in het algemeen gewaardeerd?
Bart: De cursus wordt over het algemeen zeer goed gewaardeerd, met scores rond of boven de 8. Soms vinden de cursisten de hoeveelheid stof veel en het tempo hoog, maar we ontvangen overwegend veel positieve feedback. En we hebben gelukkig een kritisch publiek!
Freerk: We zijn tevreden met hoe de cursus nu wordt ontvangen en zullen blijven sleutelen aan de inhoud om deze nog beter af te stemmen op de behoeften van de cursisten.
Bart: Het komt erop neer dat we het goede gaan behouden en de cursus als geheel verder verbeteren. We zijn ook zelfkritisch op de hoeveelheid en het tempo, al is dat soms moeilijk te vermijden als enthousiaste docenten.
Docentencorps
Naast Bart van der Burgt en Freerk Volders treden in deze cursus op:
Ochtend (civiel)
Harold Koster (Erasmus Universiteit Rotterdam)
Erwin Roelofs (universitair docent Universiteit Utrecht, Liberty Global Transaction Solutions)
Middag (fiscaal)
Rick van der Velden (Loyens & Loeff).