Vijf vragen aan Jan-Jaap Gobius du Sart en Willem Veldhuizen over de nieuwe opzet van de cursus Tax Technology en Tax Assurance
De cursus Tax Technology en Tax Assurance in de beroepsopleiding van de SOB heeft een nieuwe opzet. In de ochtend verzorgen Jan-Jaap Gobius du Sart (EY) en Fieke van der Vlist (PwC) het onderdeel Tax Technology. In de middag neemt Willem Veldhuizen (Taxsample BV) het stokje over met Tax Assurance. Vijf vragen aan Jan-Jaap en Willem over deze cursus en wat cursisten kunnen verwachten.
Allereerst kunnen jullie jezelf voorstellen?
Jan-Jaap Gobius du Sart: “Ik ben Jan-Jaap Gobius du Sart en werk inmiddels 20 jaar bij EY binnen Tax Technology. Ik heb fiscaal recht gestudeerd en ben nu werkzaam in Tax Technology , waar ik cliënten help met alles wat te maken heeft met fiscaliteit en technologie. Denk aan data-analyses, automatisering en andere technologische ontwikkelingen. In deze cursus verzorg ik in de ochtend samen met Fieke van der Vlist het onderdeel Tax Technology.”
Willem: “Ik heb 25 jaar bij de Belastingdienst gewerkt, onder andere als IT-auditor op het snijvlak van IT, controletechniek en Tax. Daarna ben ik overgestapt naar Meijburg & Co, waar ik 5 jaar als Tax Data Scientist heb gewerkt. In 2017 heb ik Taxsample BV opgericht, waarbij wij ons vooral richten op steekproefonderzoek, Tax monitoring en nulmetingen. Deze onderzoeken worden altijd in samenwerking met bedrijfsfiscalisten van grote organisaties of belastingadvieskantoren uitgevoerd. Binnen deze cursus verzorg ik het onderdeel Tax Monitoring.”
Wat houdt de cursus in en wat zijn de belangrijkste leerdoelen?
De belangrijkste leerdoelen van de cursus zijn het verkrijgen van inzicht in wat Tax Technology is en wat er allemaal mogelijk is als je technologie inzet voor cliënten. Het speelveld is breed en omvat automatisering, data-analyse en de invloed van technologische ontwikkelingen zoals artificial intelligence.
We starten met de vraag: Wat is data? Welke soorten data zijn er? Waarom is data belangrijk in het huidige fiscale landschap? De Belastingdienst vraagt steeds meer data van bedrijven, en wij laten zien hoe je hiermee omgaat. Aan de hand van concrete casusposities demonstreren we hoe je data kunt gebruiken om fiscale processen te verbeteren.
Een praktijkvoorbeeld dat we behandelen is hoe data-analyse ondersteunend is om medewerkers op de financiële administratie te trainen. Door periodiek data te analyseren, konden we vaststellen waar fouten werden gemaakt bij het inboeken van facturen. Dit leidde ertoe dat de afdeling binnen drie tot vier jaar vrijwel foutloos werkte.
Daarnaast bespreken we tools zoals de Payroll Analyzer. Hiermee analyseren we de 130 datapunten per medewerker in een loonaangifte en kijken we welke inzichten we hieruit kunnen halen.
Willem: “Ik bouw voort op wat in de ochtend is behandeld en laat zien hoe je een steekproefonderzoek uitvoert met de verzamelde data. De kracht van data-analyse is dat je gericht kunt zoeken naar fouten. Maar hoe weet je of je alles hebt meegenomen en hoe kun je aan een derde aantonen dat de aangifte aanvaardbaar is? Welke fouten zie je mogelijk over het hoofd, of zijn nieuw opgekomen? Hier komt de theorie van Rumsfeld om de hoek kijken: “Er zijn zaken waarvan je niet weet dat je ze niet weet en je weet niet wat de impact ervan is – de unkown unkowns.” Dit is relevant bij data-analyse en steekproefonderzoeken.
Bij de Belastingdienst werkte ik veel met de vraag: hoe betrouwbaar is een dataset? Hoe groot is het risico dat fouten onopgemerkt blijven? Binnen Tax Monitoring leren cursisten hoe ze met steekproefmethodieken inzicht krijgen in hun fiscale data en de kwaliteit van hun beheersmaatregelen kunnen toetsen. We beginnen met het formuleren van toetsvragen: welke risico’s willen we in kaart brengen? Vervolgens voeren we een nulmeting uit en bepalen we via steekproeven of sprake is van een aanvaardbare uitkomst en daarnaast of de beheersmaatregelen adequaat werken. Hierbij evalueren wij de bevindingen zowel fiscaal als statistisch en bepalen we of en zo ja, welke aanvullende beheersmaatregelen nodig zijn.
Er is een wisselwerking met Tax Technology: als uit een steekproef blijkt dat bepaalde risico’s optreden, kunnen technologische oplossingen helpen om deze te ondervangen.
Een steekproef trekken is op zich eenvoudig, maar de voorbereiding bepaalt of het onderzoek zinvol is. Je moet vooraf nadenken over wat je wilt toetsen, wat de controlerichting is, vaststellen dat de dataset je nodig hebt, en welke risico’s je in kaart wilt brengen. Dit voorkomt dat je achteraf tot de conclusie komt dat je steekproefmethodiek niet juist was. We behandelen hoe je dit proces goed inregelt en hoe je zorgt voor een robuust controlemechanisme binnen de organisatie. Daarnaast leg ik ook het verschil uit tussen een steekproeven die de Belastingdienst uitvoert en een optimaal Tax Monitoringsonderzoek. Beide onderzoeken voldoen aan de Controleaanpak Belastingdienst (CAB), maar het Tax Monitoringsonderzoek geeft ook inzicht in potentiële risico’s binnen de zogenaamde ‘dunne geldstromen’.
Welke invalshoeken worden tijdens de cursus besproken?
Jan-Jaap: “Het gaat niet alleen om ‘in control’ zijn, maar juist ook om inzicht in de werkwijze van de Belastingdienst en hoe wij daar effectief mee om kunnen gaan. Wat wij veel zien is dat de Belastingdienst een switch maakt van ‘vertel me’ naar ‘bewijs het’. Dat betekent dat je niet alleen een Excel-bestandje met een risicoanalyse hebt, maar echt moet aantonen dat je fiscale beheersing op orde is. Dat is de slag die je met technologie probeert te maken.
Willem: “Klopt en veel cursisten zijn niet vaak betrokken bij Tax monitoring-onderzoeken bij individuele cliënten. Maar wat wel speelt, is dat hun kantoor mogelijk deelneemt aan het horizontaal toezicht (HT) voor financiële dienstverleners. Binnen dat veld zien we dat deze kantoren worstelen met de vraag: wat gaat de Belastingdienst straks van ons vragen en hoe kunnen wij aantonen dat wij een aanvaarbare aangifte indienen voor onze cliënten? Eigenlijk zou je als kantoor ook een Tax Control Framework moeten hebben, waarin Tax monitoring een onderdeel is. De Belastingdienst verplaatst als het ware een deel van de controlefunctie naar de financiële dienstverlener. Door zelf pro-actief Tax monitoring uit te voeren, kan de dienstverlener zeggen: wij voeren zelf periodiek controles uit bij onze cliënten volgens de uitgangspunten van de CAB en voldoen hiermee aan de voorwaarden van het convenant. De werkzaamheden zouden grotendeels geautomatiseerd kunnen worden, waarbij de cliënten veel zelf doen en de dienstverlener een review-rol heeft. De output van zo’n onderzoek is het steekproefdossier dat desgewenst met de Belastingdienst kan worden gedeeld.”
Jan-Jaap: “Ja, een groot voordeel van financiële dienstverleners is dat zij vaak het hele traject beheren: van boekhouding tot jaarrekening en aangifte. Daardoor is de benodigde data vaak al in hun eigen systemen aanwezig, wat het makkelijker maakt om analyses uit te voeren.”
Willem: “Maar het grootste risico voor hen is dat ze van een deel van de cliënten wel een goed in beeld hebben, maar een ander deel niet. Men zou daar in de opzet van Tax monitoring mee rekening moeten houden. Wie zien daarnaast dat er ook kantoren zijn die niet meedoen aan HT ook geïnteresseerd zijn in Tax monitoring. Zij willen voor een aantal van hun cliënten die zo min mogelijk risico willen lopen op een belastingcontrole, een Tax monitoringsoplossing kunnen bieden, waarmee zij het risico op een belastingcontrole bij hun cliënten mitigeren.”
Jan-Jaap: “Ja, eigenlijk zou je ook zonder HT als cliënt gewoon ‘in control’ moeten willen zijn. HT biedt voordelen, zoals snellere duidelijkheid over fiscale posities, maar het biedt geen garanties tegen controles of boetes. In de kern draait het om goed fiscaal beheer, ongeacht of je onder HT valt of niet.”
Willem: “Precies. Er zijn bijvoorbeeld organisaties die geen HT-convenant hebben, maar wel periodiek een intern fiscaal onderzoek uitvoeren. Op basis daarvan passen zij hun Tax Control Framework aan.”
Jan-Jaap: “Dat klopt. Bij organisaties waar veel wisselingen in personeel zijn of waar processen deels zijn uitbesteed, kan dit nog uitdagender zijn. Maar uiteindelijk draait het om structurele fiscale beheersing, waarbij steekproeven en data-analyse een essentiële rol spelen.”
Als je kijkt naar de vaardigheden van belastingadviseurs en fiscalisten, welke worden dan steeds belangrijker in jullie vakgebied?
Willem: “Detectie van risico’s is denk ik een van de belangrijkste vaardigheden die steeds belangrijker wordt. Voor een fiscalist is dit ontzettend leuk werk, omdat je met een dossier vol praktische casussen werkt. In het verleden werkten fiscalisten vaak met veel onzekerheden over de data en beheersmaatregelen. Je kon daardoor niet met zekerheid een stelling innemen en daardoor gebruik maken van wollig en formeel taalgebruik.”
“Tegenwoordig willen we echter veel gerichter te werk gaan. We willen precies weten welke risico’s er bij een cliënt spelen en hoe we hen het beste kunnen adviseren. In plaats van achteraf problemen te corrigeren bij een belastingcontrole, willen we proactief adviseren en problemen voorkomen.”
Wat betekent deze ontwikkeling voor de manier waarop fiscalisten hun werk doen?
Jan-Jaap: “Het gaat erom dat we op een nieuwe manier naar ons werk kijken. Vroeger werd ons geleerd: “Geef me de feiten, en ik geef u het recht.” Maar tegenwoordig hebben we naast de feiten zo veel meer feiten en data tot onze beschikking, waardoor we ook proactiever kunnen adviseren. Daarnaast speelt technologie een steeds grotere rol. We moeten ons afvragen: welke technologieën kunnen we inzetten om cliënten beter te helpen? Het gaat niet alleen om AI maar ook om hele praktische toepassingen.”
Welke rol speelt AI en technologie in het werk van fiscalisten?
Willem: “AI is een krachtig hulpmiddel, maar je moet goed weten hoe je het inzet. Het risico op hallucinaties en foutieve projecties is groot.”
Jan-Jaap: “Dat klopt. Iedereen heeft het over Gen AI, maar in de praktijk werken veel bedrijven nog met Excel. Er zijn nog veel tussenstappen voordat AI echt breed inzetbaar is. Toch zijn er al praktische toepassingen. Bijvoorbeeld bij data-analyse: hoe haal je gestructureerde data uit facturen?
Hoe kunnen fiscalisten zich voorbereiden op deze veranderingen?” Wat is de belangrijkste boodschap die jullie fiscalisten willen meegeven?
Willem: “Door zich te verdiepen in nieuwe technologieën en vaardigheden op te bouwen op het gebied van data-analyse, steekproefmethodiek en detectie van risico’s. Onze cursus helpt daarbij.”
Jan-Jaap: “Precies. Het gaat erom dat fiscalisten leren om technologie in te zetten om repetitief werk te automatiseren. Zo blijft er meer tijd over voor hoogwaardige analyses en strategisch advies.”
Willem: “Fiscalisten moeten zich ontwikkelen tot proactieve adviseurs die technologie omarmen. Dat maakt het werk niet alleen efficiënter, maar ook leuker en waardevoller voor zowel cliënt als fiscalist.”
Jan-Jaap: “Helemaal mee eens. We moeten de vertaalslag maken naar de praktijk: hoe kunnen we technologie inzetten om ons werk slimmer en effectiever te doen? Dat is de toekomst van het vak.”