Vijf vragen aan Michael Visser en Gerard Staats
NOB-BelastingPoort ‘Wet toekomst pensioenen’
Op woensdag 14 september 2022 staat de ‘Wet toekomst pensioenen’ centraal in de NOB-BelastingPoort. De ingangsdatum van deze wet is 1 januari 2023 en het is de intentie dat dit ook wordt gehaald. Gerard Staats is als voorzitter van de Sectie Pensioenen van de NOB betrokken bij de organisatie van deze NOB-BelastingPoort en zal het onderwerp inleiden. Michael Visser (Tilburg University, Nibud, Pensioen GeMi) is de gespreksleider.
Waarom juist dit onderwerp?
Gerard Staats: ”Het nieuwe wetsvoorstel heeft een enorme impact. Het raakt vrijwel iedereen in werkend Nederland. Wij hebben ons pensioenstelsel nu eenmaal zo georganiseerd dat bijna iedere werkende een pensioenregeling heeft. Niet alleen degenen die via een werkgever een pensioenregeling hebben, maar ook die mensen die zelf voor een pensioenregeling moeten zorgen. Ook bij onze achterban, de NOB-kantoren waar onze leden werken, is de impact groot. Hun klanten krijgen met deze nieuwe pensioenwet te maken. Je moet dus als adviseur goed op de hoogte zijn van deze nieuwe wet om zo de klanten goed te kunnen adviseren. Kortom, we kunnen er niet omheen.”
12 September staat het wetgevingsoverleg van de ‘Wet toekomst pensioenen’ in de Tweede Kamer gepland, het onderwerp is super actueel”, vult Michael Visser aan. “Er is al een website voor professionals met veel informatie over de nieuwe wet en de impact daarvan. En via onsnieuwepensioen.nl – een initiatief van vakbonden, werkgeversorganisaties, pensioenuitvoerders en het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid – wordt nu ook het grotere publiek meegenomen in de veranderingen op pensioengebied. Het is mooi dat de NOB via deze online BelastingPoort aandacht besteedt aan de nieuwe pensioenwetgeving, en inzoomt op de fiscale gevolgen voor werkgevers en werknemers. Dat kan helpen bij de informatiebehoefte in de fiscale praktijk, en verrijkt het maatschappelijke pensioendebat.”
“We nemen afscheid van de uitkeringsregelingen”, zegt Gerard Staats. “Nu kan iemand nog zien wat die straks aan pensioen gaat krijgen. Dat gaat verdwijnen. We gaan over naar een beschikbare premieregeling voor alle werknemers met een pensioenregeling. Ik denk dat dit de allergrootste wijziging is, vooral voor de werknemers die aangesloten zijn bij een bedrijfstakpensioenfonds. Als ik naar de werkgevers kijk, de klanten van onze kantoren, betekent dat zij met hun werknemers om de tafel moeten over de nieuwe pensioenregeling. Vaak een complex proces. Maar ook alle zelfstandigen merken zeker wat van deze ontwikkeling. De fiscale spelregels in pensioenen en lijfrenten worden namelijk min of meer gelijk getrokken. Dit betekent dat onze leden met hun klanten in gesprek moeten over de toekomstige invulling van de pensioenregelingen.”
Wat zijn de allerbelangrijkste wijzigingen en welke impact hebben die?
Michael Visser: ”Dat klopt inderdaad. Dit wordt ook wel het ‘arbeidsvormneutraal pensioenkader’ genoemd. Dat betekent bijvoorbeeld dat je wat meer kunt doen met lijfrenten en banksparen. Tijdens deze NOB-BelastingPoort komt zeker ook het voornemen van het kabinet aan de orde om de fiscale oudedagsreserve (FOR) af te schaffen. Daarover wordt naar alle waarschijnlijkheid volgende week met Prinsjesdag meer bekend. Ik ben erg benieuwd hoe onze gasten aan tafel daar tegenaan kijken. Sowieso hoe zij denken over het pensioen van zelfstandigen.”
Is de ‘Wet toekomst pensioenen’ nu een verbetering of wordt het juist allemaal wat minder?
“In de kern wordt het gewoon anders”, geeft Gerard Staats aan. “De doelstelling van de wetgever met betrekking tot het pensioenakkoord, dat er al sinds 2019 ligt, is dat iedereen in het nieuwe systeem hetzelfde pensioen op moet kunnen bouwen als in het huidige systeem. Dus niet per se beter of slechter. Maar doordat het anders wordt, krijg je veel andere knoppen om aan te draaien. Het risico om datzelfde pensioen op te bouwen ligt echter straks wel veel vaker bij de werknemer.“
Michael Visser: “Als je kijkt naar de fiscaliteit is de huidige premieregeling een staffel die oploopt met de leeftijd, dat wordt straks een vlakke premie voor iedereen. Over de hoogte van deze vlakke premie moeten werkgevers en werknemers straks onderhandelen en met elkaar tot goede afspraken komen. Mensen moeten daar goed in meegenomen worden. Ik ben dus erg geïnteresseerd naar de verwachtingen daarover van adviseurs, sociale partners, maar ook de Belastingdienst. En wat zien zij nu in de praktijk? Wordt er al voorgesorteerd, bijvoorbeeld om gebruik te kunnen maken van een overgangsregime?”
Worden er met Prinsjesdag nog aanpassingen op het wetsvoorstel verwacht? En naar de toekomst toe?
“Ik verwacht eigenlijk niet dat er nog iets uit Prinsjesdag komt, maar zeker is dat niet”, zegt Gerard Staats. “Maar, in kader van de financiering van de koopkracht, zou het heel misschien kunnen dat de maximale hoogte van het pensioenbedrag wat iemand op mag bouwen, verlaagd wordt. De afschaffing van de FOR is al aangekondigd.
Michael Visser: “De grote contouren, en de kanteling van de fiscale kaders zijn allemaal al in het wetsvoorstel opgenomen dat nu ter besluitvorming bij de Tweede Kamer ligt. Dus nee: ook ik verwacht niet dat er nog nieuwe pensioenzaken tijdens Prinsjesdag worden gepresenteerd. Al zou een verdere fiscalisering van de AOW via bijstelling van tariefschijven misschien nog als een duveltje uit een doosje kunnen komen? En vergeet de eerder aangekondigde afschaffing van de middelingsregeling niet.”
“En naar de toekomst toe is het best lastig daar nu op te reageren”, geeft Gerard Staats toe: “Ik kan natuurlijk niet in een glazen bol kijken. Maar het zo maar eens kunnen dat het pensioen voor velen lager kan gaan uitvallen. Het is niet de bedoeling van deze nieuwe wet maar kan er wel een gevolg van zijn. Dat betekent dus dat onze leden hun klanten op die mogelijkheid moeten wijzen en samen kijken hoe dat te voorkomen.”
Voor wie is deze NOB-BelastingPoort relevant?
Gerard Staats: “Deze online bijeenkomst is niet alleen relevant voor onze leden, maar ook voor accountants. En voor HR-professionals eveneens. Pensioen is immers een onderdeel van het arbeidsvoorwaardenpakket. Ook voor financial planners kan het interessant zijn. Vanaf 1 juli 2023 is het mogelijk om een bedrag ineens op pensioendatum uit te laten keren. Dat maakt dat iedereen, die het pensioen in zicht heeft, tot 10% van het pensioen en lijfrente in een keer uit kan laten keren, dat kan oplopen tot grote bedragen.
”Dit roept nu al vragen op in de praktijk, en er zijn zorgen over de fiscale effecten”, zegt Michael Visser, met verwijzing naar het Nibud onderzoek. “Als gespreksleider zal ik de experts aan tafel uitdagen om hierop te reflecteren en zowel NOB-leden als andere geïnteresseerden mee te nemen in de aanstaande wijzigingen.”