Vijf vragen aan NOB/LOF-scriptieprijswinnaar Matthijs Appelman
Op 24 september reikte NOB-voorzitter Niels Boef tijdens het online LOF-congres de NOB/LOF-scriptieprijs 2021 uit aan Matthijs Appelman voor zijn masterscriptie Meerouderschap in de fiscaliteit – De fiscale consequenties van de invoering van meerouderschap voor de partnerregelingen in de AWR en de Awir.
Wat is je professionele achtergrond?
‘Ik heb sociale wetenschappen gestudeerd aan de Universiteit van Amsterdam en fiscaal recht aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Na drie jaar Tax Traineeship bij PwC werk ik daar nu bij het vaktechnisch bureau; daarnaast ben ik docent Inkomstenbelasting aan de Radboud Universiteit.’
Mooie combinatie: sociale wetenschappen en fiscaal recht?
‘Ja, in mijn sociale studie heb ik me bezig gehouden met onderwerpen als homoseksualiteit, rechtspopulisme en orthodox protestantisme. Maar ik heb een brede belangstelling en zo kwam ik uit bij belastingen. Al gauw werd me duidelijk dat belastingwetten een enorme invloed op mensenlevens hebben – onder meer wat betreft samenlevingsvormen. Die worden voor fiscale doeleinden geobjectiveerd, met soms bizarre uitkomsten. Mijn scriptie bevat vele voorbeelden.’
Waarom koos je specifiek voor het partnerbegrip als onderwerp voor je scriptie?
‘In de eerste masterwerkgroep Inkomstenbelasting die ik in Nijmegen volgde kwam het partnerbegrip ter sprake. Ik was verbaasd over wat ik las en hoorde: de wetgever die bepaalde wanneer je partner was en niet de belastingplichtige zelf. Gezellig met z’n drieën duurzaam samenleven: dat kon kennelijk niet. Ik vond het opmerkelijk dat de wetgever zo’n moreel oordeel had uitgesproken en daarom ben ik dieper in de materie gedoken. Al gauw kwam ik er achter dat zeker over de partnerregeling in de Awir – de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen ofwel de Toeslagenregeling – in de fiscale literatuur tot nu toe vrijwel niets was geschreven.’
Wat heb je precies uitgezocht?
‘Om tot een voor de scriptie hanteerbaar geheel te komen heb ik de keuze gemaakt me te beperken tot de partnerregelingen in de AWR en de Awir. Mijn centrale vraag is wat de gevolgen zijn van een wettelijke invoering van meerouderschap en meeroudergezag voor de partnerbegrippen in die wetten en of de begrippen daarop zouden moeten worden aangepast.’
Je doet enkele aanbevelingen. Wat is de belangrijkste?
‘Het systeem van de partnerregelingen is nu gebaseerd op objectieve criteria. Mensen kunnen niet kiezen; ze vallen binnen de regeling of niet. Dat is efficiënt voor de Belastingdienst, maar het leidt zeker voor de Awir tot kwalijke gevolgen voor mensen die wettelijk gezien binnen de regeling vallen maar in de praktijk geen partners zijn: die worden gekort op hun toeslagen. Mijn hoofdaanbeveling is dan ook om die mensen een tegenbewijsmogelijkheid te bieden, zodat ze uit het systeem kunnen komen.’
De prijs
De NOB/LOF-scriptieprijs bestaat uit een publicatie in de NOB/LOF-scriptiereeks (uitgegeven door Kluwer) en een bedrag van € 2.500,-. De jury was dit jaar als volgt samengesteld: prof.dr.mr. Hein Vermeulen (Universiteit van Amsterdam) en voorzitter van de jury, prof mr. Jaap Bellingwout (Vrije Universiteit Amsterdam) en mr. Niels Boef (voorzitter NOB). De prijs werd voor de 30e keer uitgereikt.