Vijf vragen aan Sophie van Gool over de bijeenkomst ‘Equal Payday in Nederland’

Op 14 november organiseert de NOB de bijeenkomst ‘Equal Pay Day in Nederland’. Tijdens deze bijeenkomst staan we stil bij de loonkloof tussen mannen en vrouwen en de bredere implicaties daarvan op de werkvloer. Keynote spreker die middag is Sophie van Gool, econoom, wekelijkse columnist bij het FD, en auteur van het boek ‘Waarom vrouwen minder verdienen’ en ze is oprichter van het platform Salaristijger en van Stichting Gelijke Beloning. Eerder werkte ze als consultant bij BCG. Vijf vragen aan haar over dit onderwerp en het belang van deze bijeenkomst voor alle leden van de NOB.

De Europese Richtlijn Loontransparantie wordt gezien als een belangrijke stap naar gelijke beloning. Wat zijn volgens jou de belangrijkste uitdagingen die organisaties zullen tegenkomen bij de implementatie van deze richtlijn?

De implementatie vereist dat organisaties de loonkloof gaan meten en rapporteren, iets dat de meeste bedrijven in Nederland nu nog niet doen, dus dat zal voor sommigen een uitdaging worden. Ook eist de wetgever meer transparantie over salarissen, wat de meeste bedrijven niet gewend zijn!

Hoe kunnen organisaties ervoor zorgen dat niet alleen beloning, maar ook andere vormen van ongelijkheid op de werkvloer, zoals promotiekansen en toegang tot training, worden aangepakt?

Het is belangrijk om gelijkwaardigheid op strategisch niveau aan te pakken, net als je met andere business prioriteiten doet. Dus niet één keer een training en verwachten dat de organisatie verandert, maar een gedegen strategie, met doelen en metrics en verschillende initiatieven die verschillende problemen aanpakken.

Je boek gaat over mythes in de loonkloof tussen mannen en vrouwen. Kun je een of twee van deze mythes benoemen, en hoe kunnen deze het beste ontkracht worden in gesprekken binnen organisaties?

De belangrijkste mythe is dat de loonkloof niet bestaat. ‘Ik kan me er niets bij voorstellen’, zeggen veel bestuurders als het erover gaat. Maar tóch blijkt uit onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek jaarlijks dat vrouwen minder krijgen, óók als zij hetzelfde werk doen. Het is dus belangrijk om het te onderzoeken, en eventuele verschillen niet gelijk weg te poetsen of te bagatelliseren, maar met een kritische en open houding te bekijken: vinden we dit te rechtvaardigen, of zouden we hier iets aan moeten doen?

Wat is volgens jou de rol van mannen in het bevorderen van gelijke beloning, en hoe kunnen ze zich als ‘male allies’ actief inzetten binnen hun eigen organisaties?

De rol van mannen is ontzettend belangrijk, mede omdat zij nog steeds het merendeel van de topfuncties bekleden. Zij kunnen een verandering in gang zetten op directieniveau, door de loonkloof te onderzoeken en te dichten, en zich ervoor in te zetten dat er meer vrouwen de top bereiken. Maar ook op de werkvloer kunnen mannen actief bijdragen, door hun vrouwelijke collega’s te ondersteunen, hen niet in de rede te vallen tijdens vergaderingen, voort te bouwen op hun ideeën, en ze credits te geven voor hun werk.


Waarom is een bijeenkomst als deze belangrijk voor alle leden van de NOB en zouden juist ook mannelijke collega’s deze bijeenkomst moeten bijwonen?

Gendergelijkheid gaat iedereen aan, en ik ben ervan overtuigd dat de werkvloer uiteindelijk voor iedereen een betere plek wordt als die gelijkwaardiger en inclusiever is. De meeste vrouwen kennen de problematiek en de oorzaken al, dus het is juist belangrijk dat mannen aanschuiven en meedoen!

Kunnen leden zich nog inschrijven voor deze bijeenkomst?

Jazeker. Er zijn nog plekken beschikbaar. Kijk hier voor meer informatie en hoe je je kunt aanmelden.

Geen items gevonden

Het laatste nieuws

In gesprek met Ellen Punte

NOB viert 70-jarig bestaan