Vijf vragen aan Stan Stevens over maatregelen bij NOB en SOB naar aanleiding van onderzoek examenfraude

De AFM heeft alle grote accountantsorganisaties met een OOB-vergunning gevraagd om onderzoek te doen naar examenfraude binnen hun organisaties. Hebben de NOB en SOB ook te maken met examenfraude door leden en hoe wordt hiermee omgegaan? Vijf vragen aan de voorzitter van het bestuur van de Stichting Opleiding Belastingadviseurs (SOB), Stan Stevens

Met wat voor soort examenfraude heeft de SOB te maken?

Aspirant-leden die de beroepsopleiding volgen hoeven geen examen te doen. Zij moeten een voorbereidingsopdracht maken die door de docent wordt nagekeken. Als deze opdracht als onvoldoende wordt beoordeeld, wordt de cursist afgewezen en mag hij niet deelnemen. Alle aspirant-leden moeten hun voorbereidingsopdracht zelfstandig maken. Uiteraard kunnen we niet voorkomen dat er met andere cursisten overleg is over de opdracht.  Het eindresultaat moet echter een op zich staande, eigen productie zijn. Bij de SOB ontvangen we soms voorbereidingsopdrachten die zo sterk op elkaar lijken dat het overduidelijk is dat de opdracht samen is gemaakt of is overgeschreven. In sommige opdrachten komen zelfs dezelfde taal/typefouten voor. Dit noemen wij een coproductie en dat leidt tot afwijzing voor deelname aan een cursus.

De richtlijnen voor het maken van een voorbereidingsopdracht staan in ‘de voorwaarden Beroepsopleiding Belastingadviseurs’.

Welke maatregelen heeft de NOB/SOB genomen om fraude tegen te gaan?

Om ervoor te zorgen dat aspirant-leden zich ervan bewust zijn dat het niet zelf maken van je voorbereidingsopdracht ook te maken heeft met professionele integriteit benoemen we dit nu expliciet in de uitnodiging voor een cursus.

Wij vinden dat het je schuldig maken aan fraude niet integer is en in strijd met een van onze belangrijkste kernwaarden: integriteit. NOB-leden zijn gehouden aan het Reglement Beroepsuitoefening (de Code of Conduct) waarin professionele integriteit een belangrijke plaats inneemt.

Voor het maken van de voorbereidingsopdracht gelden de volgende voorwaarden:

De voorbereidingsopdracht moet zelfstandig worden gemaakt. Overleg over de opdracht met andere cursisten is toegestaan, maar het eindresultaat moet een op zich staande, eigen en zelfstandig geschreven productie zijn. In geval van plagiaat of coproducties, waarbij cursisten sterk op elkaar lijkende verhandelingen, analyses en berekeningen inleveren, worden cursisten afgewezen voor deelname aan de cursus. Eenzelfde tekstopbouw, identieke betoogtrant, vergelijkbare formuleringen, overeenkomstig woordgebruik, vergelijkbare berekeningen, financiële analyses en eensluidende conclusies kunnen duiden op plagiaat of een coproductie. De gelijkenis tussen beide producties kan dus zowel inhoudelijk als stilistisch van aard zijn.

De voorbereidingsopdracht mag op geen enkele wijze of in enige vorm worden verveelvoudigd, gedeeld of openbaar gemaakt, noch elektronisch of op enige andere manier.

Het is niet de bedoeling dat antwoorden worden overgenomen uit (oude) opdrachten van collega’s of worden geherformuleerd. In het kader van je opleiding vragen we leden zelf na te denken en hun eigen uitwerkingen te maken.

Ook hebben we de docenten gevraagd voor elke cursus een nieuwe of gewijzigde opdracht aan te leveren. Dit maakt het moeilijker voor cursisten om de uitwerking van elkaar te kopiëren.

Bij de jaarlijkse e-learning over de beroeps- en gedragsregels die voor alle leden verplicht is geldt hetzelfde. Wij vinden dat samenwerking door het bespreken en uitwisselen van perspectieven over het onderwerp van deze e-learning een bijdrage kunnen leveren aan het begrip van de beroeps- en gedragsregels. Om te kunnen toetsen of je de stof beheerst moet de afsluitende kennistoets echter zelfstandig worden gemaakt.

Staan er nog extra maatregelen op stapel?

We gaan plagiaatsoftware gebruiken om fraude op te sporen en te voorkomen. Door deze technologie kunnen we snel en effectief detecteren of er overeenkomsten zijn tussen ingediende opdrachten die wijzen op plagiaat of coproducties.

Bestaat er een kans dat fraude strenger aangepakt gaat worden?

Fraude is in strijd met onze professionele integriteit en wordt beschouwd als klachtwaardig gedrag. We pakken fraude streng aan om een duidelijk signaal af te geven dat dit gedrag onacceptabel is. Op dit moment wordt een cursist die fraude pleegt afgewezen en het kantoor waar deze cursist werkzaam is wordt geïnformeerd over de afwijzing. Het is ook mogelijk dat fraude aanleiding kan zijn voor een tuchtklacht. Ik denk dat het goed is je ook te realiseren dat fraude afstraalt op de reputatie van het kantoor waar je voor werkt.

Wat verwacht de NOB van haar leden?

Wij gaan ervan uit dat onze leden zich integer gedragen en bewust zijn van de mogelijke consequenties van fraude, niet alleen voor henzelf maar ook voor het kantoor waar ze werkzaam zijn. Als een lid vermoedt dat er fraude wordt gepleegd, hopen wij dat we daar een melding over krijgen. Als NOB zien we het als onze taak de kwaliteit van de beroepsuitoefening door onze leden te bewaken. Het tegengaan en aanpakken van fraude in ons onderwijsprogramma is daar een onderdeel van.

Het laatste nieuws