Details van het inkomstenplafond voor elektriciteitsproducenten
NOB-reactie internetconsultatie Inframarginale elektriciteitsheffing
Uitgelicht
- Met de Inframarginale heffing worden marktinkomsten uit elektriciteitsproductie boven 130 euro/MWh belast tegen 90%. Bij biomassa is dit 240 euro/MWh en bij steenkool geldt een responsieve grens.
- Een aantal details verdienen nadere invulling, waaronder de definitie van wie als producent heffingsplichtig is en de precieze invulling van belastbare marktinkomsten.
- Dit is een consultatievoorstel, het wetsvoorstel is aangekondigd voor maart 2023.
Boven een vrijgesteld bedrag moeten elektriciteitsproducenten 90% van de inkomsten uit elektriciteitsproductie afdragen. Het algemene vrijgestelde bedrag is 130 euro/MWh, voor biomassa is dit 240 euro/MWh en bij steenkool geldt een responsieve grens. De NOB heeft gereageerd op de internetconsultatie van deze ‘Inframarginale heffing’, waarin meer details bekend zijn geworden. De wens is vooral om die details nader in te vullen.
Het inkomstenplafond voor elektriciteitsproducenten, de zogeheten Inframarginale heffing, introduceert een heffing op marktinkomsten boven een vrijgesteld bedrag. Op basis van het geconsulteerde wetsvoorstel is het algemene vrijgestelde bedrag 130 euro/MWh en het heffingspercentage 90 procent. Voor elektriciteit opgewekt uit biomassa geldt een afwijkend vrijgesteld bedrag van 240 euro/MWh en voor elektriciteitsproductie uit steenkolen wordt een inkomstenplafond voorgesteld dat meebeweegt met de desbetreffende marginale kosten.
Deze nieuwe belastingwet introduceert vooralsnog een eenmalige heffing over de periode van 1 december 2022 tot en met 30 juni 2023. De heffingsperiode kan evenwel worden verlengd. Nederland is verplicht deze in te voeren op basis van een EU-verordening (Verordening (EU) 2022/1854 betreffende een noodinterventie in verband met de hoge energieprijzen). De NOB stelt vragen over onder andere:
- de definitie van producent als heffingsplichtige en of de nieuwe groep heffingsplichten voldoende in beeld is;
- de invulling van het begrip belastbare marktinkomsten en bijvoorbeeld waarom er tussen onderlinge maanden geen verrekening mogelijk is;
- het controleproces omtrent het marktinkomstenverslag;
- de verdeling van toezicht en verantwoordelijkheid voor de heffing over de Nederlandse Emissieautoriteit (NEa) en Belastingdienst, met een adviesrol voor de ACM; en
- de uitbreiding van hoofdelijke aansprakelijkheid.
Het wetsvoorstel wordt verwacht in maart 2023. Dan zal blijken of alle details van de Inframarginale heffing zijn opgehelderd.
Dit commentaar is tot stand gebracht door de Commissie Wetsvoorstellen, bestaande uit de NOB-leden Robert van der Jagt (voorzitter), Arco Bobeldijk, Matthijs Broekhuizen, Sebastiaan de Buck, Wiebe Dijkstra, Jeroen Elink Schuurman, Michael van Gijlswijk, Martijn Jonkers, Reinout Kok, Netty van Kreveld, Corina van Lindonk, Madeleine Merkx, Jan Nieuwenhuizen, Cor Overduin, Michel Ruijschop, Jeroen van Strien, Max Velthoven, Edwin Visser, Luc van der Voort, David van Wordragen, Pjotr Anthoni (secretaris wetgeving) en Ruben van der Wilt (secretaris wetsuitvoering), de sectie lokale- en milieuheffingen bestaande uit de NOB-leden Bastiaan Kats (voorzitter), Raymond van den Berg, Martijn Boonstra, Sjoerd Bosma, Martijn Hoffer, Olga Menger, Mick Knops, Chris Oude Lohuis en Veerle Drok (secretaris) en het NOB-lid Niels Muller.