Bea Boetje- van adviseur naar antiquariaat

Voor de nieuwste editie van de rubriek Transfer spraken we met Bea Boetje, een ervaren belastingadviseur die recent met pensioen ging. Na een lange carrière in de fiscale advieswereld heeft ze samen met haar dochter een nieuwe uitdaging opgepakt: het heropenen van het antiquariaat van de vader van haar dochter.  

Kun je ons eerst iets vertellen over je fiscale carrière? Welke ervaringen bleven je het meest bij?

Dat zijn er natuurlijk vele geweest. Ik zit sinds 1980 in het belastingadvies vak en heb verschillende omgevingen gewerkt, van de Big Four tot advieskantoren voor grotere MKB-bedrijven. Zelfs in de tijd dat ik nog studeerde en werkte als student-assistent was, deed ik ervaring op bij organisaties zoals Zadelhoff. Daar herinner ik me de opkomst van de eerste arresten over krakers en de toepassing van de onroerendezaakbelasting (OZB). Destijds was het zo dat als je panden gekraakt waren, je die OZB niet hoefde te betalen. Dat vond ik toen heel bijzonder en het liet me echt zien hoe toepasbaar het vak kan zijn. Dat zijn ervaringen die je bijblijven.

Ik denk dat we als belastingadviseurs ons sterker moeten uitspreken. Zeker over de noodzaak van een eerlijker belastingstelsel.

Had je binnen de fiscaliteit een bepaalde specialisatie?

In het begin van mijn carrière werkte ik bij een van de voorgangers van Deloitte en hield ik me vooral bezig met vennootschapsbelasting en alles wat daarbij komt kijken. Het was eigenlijk een algemene praktijk, maar ik heb mezelf ook gericht op andere zaken. Tijdens mijn tijd bij Flynth ben ik ook altijd werkzaam geweest in de algemene praktijk, maar heb mij bijvoorbeeld ingezet op de  invoering van een sectie formeel belastingrecht. Het is aan mijn opvolgers hier verder uitvoering aan te geven.

Zijn er specifieke wetswijzigingen waar je nauw bij betrokken was of die veel indruk op je maakten?

Absoluut. In 1990, na meer dan 150 jaar, kwam er een nieuwe invorderingswet die de wet uit 1845 verving. Ik weet nog dat ik me er grondig in moest verdiepen; dat was erg leerzaam. Daarnaast was 1992 een spannend jaar met de invoering van het nieuwe Burgerlijk Wetboek (BW). Ik heb toen een leergang over het nieuwe BW gevolgd in Leiden en veel nagedacht over wat dit zou betekenen voor de fiscaliteit. Het zijn zulke momenten waarin je vakgebied verandert, dat maakt het interessant.

Je hebt dus veel veranderingen in het vak meegemaakt. Hoe kijk je naar de ontwikkelingen van de laatste jaren?

Ja, het vakgebied is altijd in beweging. De Europese ontwikkelingen spelen daarin ook een sterke rol. Waar ik persoonlijk wat teleurgesteld over ben, is dat de herziening van het belastingstelsel, waar al zoveel over gesproken is, er nog steeds niet is. Ik had gehoopt dat dit zou gebeuren tijdens mijn werkzame leven. Dit belastingstelsel is verouderd en verdient een grondige herziening.

Denk je dat belastingadviseurs daar een actieve rol in zouden moeten spelen?

Absoluut. Ik las laatst een artikel over de verhoging van het BTW-tarief en er werd gepleit voor een actievere rol vanuit de fiscalisten. Sijbren Cnossen schreef in 1984 al dat verschillende BTW-tarieven inefficiënt zijn, en dat artikel is nog steeds actueel. Ik denk dat we als belastingadviseurs ons sterker moeten uitspreken. Zeker over de noodzaak van een eerlijker belastingstelsel.

Hoe ben je uiteindelijk in het antiquariaat terechtgekomen?

De vader van mijn dochter runde een antiquariaat, dat stopgezet is na zijn overlijden. Later heb ik samen met mijn dochter besloten om het weer op te pakken. Het vakgebied heeft me altijd aangesproken, als kind werd ik al ‘Bea Boekje’ genoemd vanwege mijn interesse in boeken. Ons antiquariaat richt zich op de geschiedenis van de wetenschap. Overigens zijn wij de interessegebieden aan het verplaatsen: van medisch naar meer fysische geografie en klimaatwetenschap.  Dit is  het vakgebied van mijn dochter.” Dit verhaal staat ook beschreven op onze website. Ik nodig iedereen dan ook uit om daar een kijkje te nemen en meer over ons antiquariaat te lezen

Draagt jouw fiscale achtergrond bij aan het runnen van het antiquariaat?

In zekere zin wel. Een financiële achtergrond helpt altijd, en het maakt dat je wat zakelijker naar zaken kijkt. Mijn voormalige partner was  zich altijd bewust van het belang van het goed inregelen van fiscale en financiële zaken aangelegenheden.  Maar verder zijn het antiquariaat en de fiscaliteit toch echt twee verschillende werelden.

Welke uitdagingen zie je in de toekomst voor het antiquariaat?

Het antiquariaat heeft het zwaar, vooral door digitalisering en is sterk van karakter veranderd. Google heeft zoveel boeken gedigitaliseerd dat universiteiten minder behoefte hebben aan fysieke exemplaren. Hierdoor devalueren veel boeken in waarde. Zeer bijzondere werken blijven nog steeds waardevol, maar voor de toekomst is het de vraag of er ruimte is voor het ‘klassieke antiquariaat”.  Deze ontwikkeling is al gestart in de jaren negentig en is nu volstrekt helder dat de markt transparant is geworden.

Bea, heb je advies voor NOB-leden, die nadenken over een leven na de fiscaliteit?

Nou, weet je, ik denk dat het belangrijk is om die overgang niet te abrupt te maken. Ik ben echt van fulltime werken naar helemaal niet werken gegaan, en dat is best een vreemde ervaring. Het is voor mij ook nog maar kort geleden – ik ben nog maar twee weken gestopt – dus ik heb nog niet alles op een rij. Maar ik merk wel dat ik de dynamiek van het werk in de fiscaliteit mis. Het vak heeft altijd zoveel prikkels en geeft je ook een bepaald ritme. Het is echt iets waar je, naar mijn mening, goed over moet nadenken als je de stap maakt naar volledig stoppen. Natuurlijk kun je nog als zelfstandige werken, of af en toe in te springen als adviseur. Op die manier hou je contact met de praktijk en kun je je netwerk en je relaties, waar je vaak jaren in hebt geïnvesteerd, geleidelijk loslaten. Zelf vind ik het lastig vind om ‘half’ in het vak te staan. Nee ik denk niet dat die manier bij mij zou passen. 

Overige verhalen