Agree to disagree 

De relatie met de Belastingdienst verhardt, constateert Frederike Manzoni, partner indirecte belastingen bij Deloitte. Dat leidt tot meer procedures. Wat helpt om wederzijds begrip te kweken: met elkaar in gesprek blijven. 

In de samenwerking met de Belastingdienst ziet Frederike Manzoni vooral een ‘verharding’. Er is wel degelijk bereidheid om samen te werken, zegt zij, ‘maar je ziet dat de Belastingdienst strenger is en meer gebonden aan regels’. Afspraken maken over de belastingpositie van een belastingplichtige is dan lastiger. Manzoni: ‘Er wordt steeds meer gefocust op de eenheid van beleid binnen de Belastingdienst. De Belastingdienst zelf zegt ook: we hebben minder freies Ermessen, minder speelruimte.’ 

Context 

Soms zit er veel emotie in een geschil en dan wordt het modder gooien

Manzoni, werkzaam binnen het tax litigation-team van Deloitte, merkt dat artificial intelligence en andere vormen van technologie een steeds grotere rol spelen en dat de Belastingdienst zo over steeds meer data beschikt. Daarover worden eerder vragen gesteld, er komen sneller audits en boekenonderzoeken, en dat leidt ook eerder tot geschillen. Juist dan neemt het belang van een goede samenwerking toe, zegt zij, maar dat lukt niet genoeg. ‘Met data zonder context kun je eigenlijk weinig. Belastingplichtigen moeten die context bieden: wat betekenen deze cijfers en andere gegevens? De Belastingdienst gaat er bij mismatches te snel van uit dat belasting wordt ontweken of zelfs ontdoken. Maar vaak worstelt ook een belastingplichtige met de complexiteit van een fiscale regel, zonder dat sprake is van ontwijking. In veel gevallen is een toelichting nodig. Als een belastingplichtige in zijn ondernemingsstructuur een andere vennootschap ertussen schuift, kan dat een heel legitieme reden hebben, zonder dat de Belastingdienst wordt getild.’ 

Moddergooien 

Die vooringenomenheid of zelfs wantrouwen wisselt wel per inspecteur, heeft Manzoni ervaren. Het goede nieuws: vaak komen partijen er gewoon uit. ‘We beperken geschillen het liefst tot juridische vraagstukken, zeker als we naar de rechter gaan. Maar soms zit er al veel emotie in een geschil en dan wordt het moddergooien naar elkaar. De fiscus stelt zich dan ook sneller op het standpunt van misbruik van recht. Het voordeel van procederen is wel dat het duidelijker wordt hoe een rechtsregel moet worden uitgelegd, maar toch worden na een procedure niet altijd die handvatten geboden. Dat is voor beide partijen frustrerend. Ook daarom worden procedures het liefst vermeden.’ 

Liever een schikking dan de stap naar de rechter, vindt Manzoni. Maar het lijkt erop dat dit bij de Belastingdienst minder goed mogelijk is, weer vanwege dat ontbrekende freies Ermessen. ‘De Belastingdienst ziet fiscale kwesties eerder zwart-wit, en dan kom je moeilijker tot elkaar. De Belastingdienst hangt nu eenmaal standpunten aan waar ze moeilijker vanaf kan wijken.’ 

Wederzijds begrip 

De bron van veel miscommunicatie, volgens Manzoni: de Belastingdienst begrijpt niet altijd goed wat wij doen, en andersom geldt hetzelfde. ‘Dat verhindert een goede samenwerking. Dat merk je vooral als je bij de rechter bent, en zeker bij een heel feitelijke belasting als de btw. Wij zeggen in ons tax litigation-team: de zaken die je wint, zijn de zaken waar je de feiten ook het meest zuiver hebt uiteengezet. Maar als belastingplichtigen nemen we niet altijd voldoende tijd om de Belastingdienst daar helemaal in mee te nemen. We hebben nu eenmaal te maken met complexe wetgeving, financiële producten zijn ingewikkeld en dat alles vergt veel tijd en studie om exact te begrijpen wat er nu precies gaande is.’ Tijd die de Belastingdienst niet altijd heeft. 

Ik heb wel eens gedacht: de Belastingdienst wíl gewoon niet begrijpen wat de feitelijke situatie is

Hoe kun je dat begrip over en weer versterken? Door toch met elkaar dat gesprek te blijven voeren, benadrukt Manzoni. Of dat lekker loopt, wisselt per inspecteur. ‘Over het algemeen staat de Belastingdienst open voor gesprekken. En ik zie ook vooruitgang. Vroeger gingen er veel mensen vanuit de Belastingdienst naar de adviespraktijk, nu zien we een omgekeerde beweging. Dat is goed voor het begrip dat de Belastingdienst van de buitenwereld heeft. Aan de andere kant: het is ook goed als adviseurs eens aan de kant van de Belastingdienst staan. Die gaan dan begrijpen dat inspecteurs zich moeten houden aan bepaalde beleidsregels en de eenheid van beleid.’ 

Agree to disagree 

Het helpt ook als inspecteurs eens rondlopen in de fabriekshal van de belastingplichtige. ‘Ik heb het weleens gezien in een vastgoedzaak’, herinnert Manzoni zich. ‘Als de inspecteur een stuk grond of gebouw ziet, kan hij beter de btw-kwalificatie vaststellen. Dat dit niet vaak gebeurt, heeft ook te maken met de werkdruk en corona heeft daar ook niet bij geholpen. Dan overleg je meer via Teams dan dat je bij elkaar om de tafel zit. Juist nu we zoveel via de computer laten lopen, is dat menselijke aspect belangrijk.’ 

Wat in de samenwerking tussen adviespraktijk en Belastingdienst kan helpen, is het adagium agree to disagree, vindt Manzoni. ‘Je moet met elkaar heel zuiver bepalen waarover je het oneens bent. Ik heb procedures meegemaakt, waarbij ik dacht: de Belastingdienst wíl gewoon niet begrijpen wat de feitelijke situatie is. Dat komt voor in sectoren die wat minder de sympathie hebben. Daar wordt door de Belastingdienst eerder gedacht: er wordt een structuur opgezet die gericht is op belastingontwijking en belastingontduiking, terwijl de belastingplichtige daar helemaal niet mee bezig is. Het is dan lastig de Belastingdienst duidelijk te maken dat het anders zit, want het zit daar dan zo al tussen de oren.’ 

Frederike Manzoni (1972) 

  • 1991-1997 Master civiel recht (Universiteit Utrecht) en master fiscaal recht (Universiteit van Amsterdam) 
  • 1997-2003 Btw-specialist, EY 
  • 2003-2018 Btw-specialist en partner (vanaf 2010), NautaDutilh 
  • 2018-2022 Directeur, PwC  
  • 2022-heden Partner indirecte belastingen, Deloitte 

Gerelateerd