Als de fiscus mee-eet in de bedrijfskantine
Dat viel de werkgever tegen: verstrekt hij gratis gezonde lunches aan zijn medewerkers als integraal onderdeel van het duurzame inzetbaarheidsbeleid, moet daarover loonbelasting worden betaald. Frank Werger en zijn team wisten dat te voorkomen.
Hoe ben je bij deze zaak terechtgekomen?
‘Toen ik als nieuwe medewerker bij een vorig kantoor ging werken, waren ze net bezig met de bezwaarfase. Ik had nog geen volle portefeuille, wel een vaktechnische achtergrond, en werd erbij gevraagd. Zo kwam dat dossier ook op mijn bord, maar het hele werk en ook het uiteindelijke succes was een team effort.’
Grote klus?
‘Best wel. Talloze keren hebben we gespard, elkaars stukken voorgelegd en eraan geschaafd, en gezocht hoe we de zaak gingen aanvliegen. Zo maakten we maximaal gebruikt van ieders kennis en creativiteit. Ik heb er zeker honderd uur aan besteed, dus tel uit wat dat betekent voor het team van drie, vier mensen.’
Waarom bleef je doorgaan, nu de inspecteur, de rechtbank en het gerechtshof jullie standpunten afwezen?
‘Het klinkt arrogant, maar wij waren ervan overtuigd dat we gelijk hadden. Er waren ook mensen die zeiden: doe iets nuttigs met je leven, stop met deze procedures, iedereen moet eten, dus maaltijden kunnen geen arbo zijn. Want daar draaide het om: moest onze cliënt – een tuinbouwbedrijf – loonbelasting betalen over gezonde lunches die hij aan zijn medewerkers verstrekte? Wat deze zaak anders maakte, was dat gezondheid en duurzame inzetbaarheid van zijn werknemers heel hoog in het vaandel stonden. Het arbobeleid, met die lunches als belangrijk onderdeel, stond op papier, de Arbodienst, de bedrijfsarts en een diëtiste waren daarbij betrokken geweest. Ook het ministerie van Sociale Zaken bevestigde dat maaltijden onder voorwaarde onderdeel kunnen zijn van het arbobeleid. In dat geval zijn die lunches onbelast, was onze stelling. Toen we van de feitenrechters geen gelijk kregen, gingen we in cassatie. Want we hadden het gevoel: we hebben gelijk – of we gelijk krijgen is dan een tweede.’

Dat de bedrijfsarts hierachter staat, vonden de rechters niet relevant – dat stak me wel hoor
In drie instanties verliezen, dan is een gang naar de Hoge Raad een gewaagde zet.
‘Arbovoorzieningen vormen een begrip waarmee ook de fiscus worstelt. Wat behoort ertoe, wat niet meer? Waar loopt de grens? Daarover hebben we altijd open met elkaar gediscussieerd. Eigenlijk vonden we dat de rechtbank en het hof de makkelijke weg hadden gekozen. We hebben betoogd: als je in de bedrijfskantine een kalfskroket vervangt door een vegetarische kroket, dan wordt het daarmee nog geen gezonde lunch die onder de arbo valt. Maar in deze specifieke situatie, waarbij voeding een integraal onderdeel is van een groter arbobeleid, ligt dat anders. Het gaat niet sec om die salade of dat broodje gezond, het gaat om het totaalplaatje. Die gezonde lunches vallen onder het arbobeleid en moeten dus wel onbelast zijn. Dat de bedrijfsarts hierachter staat, vonden de rechters niet relevant – dat stak me wel, hoor.’
Maar de advocaat-generaal ging wel om.
‘Toen hij aan zijn conclusie begon, zat hij gevoelsmatig op de lijn van de feitenrechters. Maar gaandeweg ging hij er anders over denken. Wij trokken een parallel met de afdrachtsvermindering onderwijs, een andere fiscale faciliteit. Als je een bepaald type onderwijs aanbood, kreeg je een korting op de afdracht van je loonbelasting. In die zaak vond de fiscus dat zij mocht beoordelen of bepaald onderwijs wel of niet kwalificeerde. Maar omdat de onderwijsinstanties dat al doen, mag de inspecteur dat niet meer zelfstandig toetsen. In onze zaak gebeurde er iets vergelijkbaars: vanuit het sociale zekerheidsdomein werd gezegd dat maaltijden arbo kunnen zijn, en dan mag de belastinginspecteur daar niet meer apart over oordelen. Je hebt immers als regelgever bepaald dat voor de reikwijdte van de vrijstelling in de loonbelasting aansluiting wordt gezocht bij het arbobeleid. Dat vindt zijn grond weer in de Arbowet. Zo concludeerde de advocaat-generaal ook en de Hoge Raad volgde die lijn.’
Wat deed je toen de uitspraak binnenkwam?
‘Het was het begin van de zomervakantie, sommige mensen waren al weg, we hebben digitaal met elkaar gejuicht. Het bedrijf zelf heeft er in de media groot mee uitgepakt, ook om andere bedrijven aan te sporen om, via gezonde maaltijden, te investeren in een duurzame inzetbaarheid van werknemers. Dat onze cliënt geld terugkreeg van de fiscus was mooi, maar het ging uiteindelijk om het principe: de overtuiging dat het verstandig is in je medewerkers te investeren. Gezonde mensen zijn ook goed voor de bedrijfsvoering. Dat hij daarover een ‘boete’ – zoals hij dat noemde – moest betalen, zat hem dwars. Maar aan die onrechtvaardigheid is voor hem een einde gekomen. We moeten wel nog met de Belastingdienst om tafel om te bekijken hoe we dit voor hem precies afwikkelen.’
Achteraf, een mooie zaak?
‘Jazeker, omdat we hebben gewonnen en omdat ik de werkgever heel leuk vind, die we hebben kunnen helpen een mooie uitkomst te behalen. En we weten nu beter hoe een stuk arbowetgeving in de fiscaliteit moet worden uitgelegd.’
Gezonde maaltijden zijn dus nu onbelast?
‘De keerzijde is dat lopende de procedure het ministerie van Financiën de definitie van de arbovrijstelling heeft aangescherpt, dus heeft geprobeerd deze weer meer uit te leggen conform de oude wetgeving. Het is maar de vraag in hoeverre deze aanpassing van de wet in de toekomst effectief is. Het is zeker niet duidelijk dat de arbovrijstelling niet van toepassing kan zijn. Zoals de zaken er nu voor staan, gaan we deze vraag nog wel een keer aan de rechter voorleggen.’
NB Graag wil ik de NOB-leden Touria El Ouardi en Marieke Witteveen nog een keer bedanken voor de prettige samenwerking.

Frank Werger (1974)
- 2000 Fiscale economie, Erasmus Universiteit Rotterdam
- 2000-2014 Senior manager en teamleider kenniscentrum, PwC
- 2011 Promotie op loonsomheffing, Erasmus Universiteit Rotterdam
- 2015-2020 Specialist loonheffingen, Deloitte
- 2015-2020 Bestuurslid Stichting Opleiding Belastingadviseurs
- 2020-2022 Partner adviesgroep loon- en premieheffing, BDO
- 2022-heden Adviseur (internationale) werknemersgereleateerde heffingen, Werger Fiscaal Advies BV
Jurisprudentie
- Rechtbank Den Haag 23 juni 2021, ECLI:NL:RBDHA:2021:6986
- Gerechtshof Den Haag 27 juli 2022, ECLI:NL:GHDHA:2022:1457
- Conclusie A-G 21 april 2023, ECLI:NL:PHR:2023:449
- Hoge Raad 24 mei 2024, ECLI:NL:HR:2024:745