Constructief kritisch
Evalueer eerst bestaande wetgeving voordat je nieuwe invoert . Met de Directive on Securing the Activity Framework of Enablers (‘SAFE’) wil de Europese Commissie belastingontwijking en agressieve belastingplanning een halt toeroepen. Aleksandar Ivanovski, directeur van CFE Tax Advisers Europe, is kritisch op de Europese oekaze.
Belastingontwijking en agressieve belastingplanning knagen aan de fundamenten van de Europese lidstaten. Prima toch, dat de Europese Commissie daar paal en perk aan wil stellen?
‘Zeker. En wij zijn ook zeker niet tegen strenge regels. Er zijn in het recente verleden namelijk al andere wetten en regels aangenomen die hetzelfde probleem aanpakken. Voordat nieuwe anti-ontwijkingsmaatregelen worden geïntroduceerd, kan de Commissie beter eerst onderzoek doen naar de aard en omvang van het probleem. Tegelijkertijd kan dan de impact van eerdere initiatieven tegen belastingontwijking en agressieve belastingplanning worden beoordeeld.’
Zegt u daarmee dat de Europese Commissie spoken ziet?
‘Wij ondersteunen redelijke en evenredige initiatieven om agressieve belastingplanning en belastingontwijking aan te pakken. Maar er lijkt lucht te zitten tussen het doel van de Europese Commissie en de geschetste beleidsopties. Die laatste lijken zich uitsluitend te richten op de rol van de zogenoemde enablers – een benaming die wij trouwens nogal vaag vinden. Zijn dat belastingadviseurs? Of facilitators? De Commissie lijkt verder te vinden dat – ondanks alle al eerder genomen maatregelen door de EU en de lidstaten – belastingontwijking en agressieve belastingplanning nog steeds een aanzienlijk probleem vormen. Volgens ons is dat sinds de BEPS-maatregelen op initiatief van de OESO mogelijk niet meer het geval. We vinden het daarom ongepast om nieuwe maatregelen in te voeren zonder eerst de impact van die eerder ingevoerde maatregelen volledig te evalueren.’
Agressieve belastingplanning is nergens duidelijk gedefinieerd
U valt ook over een aantal definities die de Europese Commissie hanteert. Welke zijn dat en wat is er mis mee?
‘Neem bijvoorbeeld “agressieve belastingplanning” en “belastingontwijking”. Wat is dat precies? Er bestaat op Europees niveau geen overeenstemming over die benamingen. Volgens mij moet men eerst tot een eensluidende definitie komen van beide. Dan is de betekenis daarvan voor eens en altijd duidelijk en bestaat er geen risico meer op verwarring tussen die twee.
“Agressieve belastingplanning” is nergens duidelijk gedefinieerd in wetgeving. Er is slechts jurisprudentie van het Europees Hof van Justitie die beschrijft wat acceptabel is en wat niet. En binnen de diverse individuele lidstaten bestaat er nationale wetgeving. Dat leidt tot een lappendeken van definities en doctrines. In de DAC6-Richtlijn (verplichte melding van grensoverschrijdende transacties, red.) is geprobeerd kenmerken te benoemen. Zorg nou eerst dat DAC6 goed werkt, voordat je nieuwe spelregels met exact hetzelfde doel invoert.’
Belastingadviseurs wordt weleens verweten dat ze hun oren te veel naar grote bedrijven laten hangen. Werkt jullie standpunt dat niet in de hand?
‘Dat denk ik niet. De perceptie dat wij lobbyen namens multinationals is niet terecht. We zijn immers niet tegen deze wetgeving en werken er graag aan mee. We willen wel dat belastingwetgeving begrijpelijk, eenvoudig en uitvoerbaar is en geen onbedoelde gevolgen heeft. En dat er geen overkill aan wetten en regels ontstaat. We zijn niet anti, maar constructief kritisch.’
Experts zitten meestal op dezelfde golflengte
Wat zijn de gevolgen als de Commissie de SAFE Directive ongewijzigd invoert?
‘Dan vrees ik hetzelfde als bij de DAC6-Richtlijn is gebeurd. Die werd in verschillende lidstaten verschillend geïmplementeerd. In Polen bestaan daardoor veel zwaardere boetes dan in Nederland, terwijl de richtlijn slechts sprak van “afschrikwekkende en evenredige boetes”. Maar afschrikwekkend en evenredig kan voor mij iets anders betekenen dan voor verschillende ministeries van Financiën van EU-lidstaten. Omdat in Europa niet alleen het Europees Parlement, maar ook de lidstaten stemmen over voorstellen van de Europese Commissie, kunnen besluiten zowel worden afgezwakt als uitgebreid. Als adviseurs krijgen wij dan te maken met verschillende nalevingsverplichtingen die voortkomen uit dezelfde richtlijn.’
Kunnen we concluderen dat belastingadviseurs en politici met een andere bril naar hetzelfde probleem kijken?
‘Ik geloof dat zowel in Europa als in Nederland twee verschillende perspectieven en interpretaties bestaan: die van politici en die van experts. Ik merk dat dat de experts, zowel binnen de overheid als in de praktijk – het ministerie van Financiën, de Belastingdienst en wijzelf als belastingadviseurs – meestal op dezelfde golflengte zitten. We begrijpen elkaars standpunten en er is over het algemeen weinig verschil in hoe we zaken bekijken.
Politici hebben een ander perspectief en begrip van de realiteit. Ze nemen zaken anders waar dan belastingexperts. Of die nou in de academische wereld, bij de overheid, bij de Belastingdienst of in adviesfuncties zitten, dat maakt daarbij niet uit. Politici hebben doorgaans niet het geduld om de resultaten van nieuwe wetgeving af te wachten en baseren zich bij tijd en wijle op achterhaalde informatie. Het Europees Parlement wint gestaag aan politieke invloed, met name op het vlak van belastingwetgeving, én dwingt de Commissie en de Nederlandse overheid om deze – niet geheel in overeenstemming met de realiteit – perceptie aan te pakken.’