Brede fiscale thematiek, maar vooral een goed gesprek

Veel belastingadviseurs werken in de dga-praktijk. Een complexe wereld, omdat er bij de directeur-grootaandeelhouder fiscaal gezien veel onderwerpen spelen. De NOB wil dit specialisme als onderdeel van de nationale praktijk nadrukkelijker op de agenda zetten, zegt NOB-bestuurder Caroline van der Woude. Zelf zit zij ook regelmatig aan tafel bij dga’s. 

U bent partner bij een groot belastingadvieskantoor. Uw klanten zullen vast allemaal beursgenoteerd zijn. 
‘Dat is een misvatting. De grote kantoren zijn ook actief in het midden- en kleinbedrijf. Hun adviseurs zitten vaak aan tafel met directeur-grootaandeelhouders.’ 

Dga’s kennen zo hun eigen fiscale bijzonderheden. Wat betekent dat voor de NOB? 
‘We vragen ons intern af of daar nu voldoende aandacht voor is en of we dat wel goed naar buiten brengen. Daar willen we meer op focussen. Bij de NOB belichten we onderwerpen vanuit de fiscale techniek en vaak per fiscale wet. Bij dga’s spelen veel verschillende onderwerpen, zij hebben te maken met allerlei soorten wetgeving. Je kunt dat per fiscale wet of belastingmaatregel afzonderlijk beoordelen, maar we kunnen veel meer bereiken als we dat bundelen. De dga heeft immers te maken met én vennootschapsbelasting én inkomstenbelasting én estateplanning, en nog veel meer. Daarnaast is er nog specifieke regelgeving voor de dga, over verbonden lichamen, familieleden, gebruikelijk loon, excessief lenen, tariefopstapjes in de aanmerkelijk belangheffing. Al die regels veranderen ook nog eens voortdurend. We gaan meer op zoek naar dat overkoepelend beeld. Dat doen we trouwens al langer. Zo hebben we al elf keer de jaarlijkse studiedag over de dga georganiseerd.’ 

  

Junior fiscalisten ontdekken bij de dga verschillende facetten van de belastingwetgeving én allerlei typen cliënten

Er is dus al veel aandacht voor advisering van de dga?
‘Zeker. Maar we als we dat meer samenbrengen, dan kunnen wij beter het signaal afgeven hoe belangrijk de dga voor de NOB is. We moeten voorkomen dat het beeld ontstaat dat onze leden alleen adviseur zijn van grote bedrijven en multinationals.’ 

Ziet u ook dat meer adviseurs zich richten op de dga? 
‘Er sluiten steeds meer middelgrote en kleine kantoren aan bij de NOB die in het dga-segment werkzaam zijn. Daarnaast wordt wetgeving steeds complexer, adviseurs gaan zich specialiseren en het vraagt dan ook steeds meer van een adviseur om een klant breed te adviseren. Bij dga’s is die brede advisering van belang en ook die kantoren willen wij goed bedienen.’ 

Waarom vormt de dga een interessante doelgroep? 
‘Enerzijds vanwege de fiscaliteit, anderzijds vanuit de gespreksvoering. Je zit met iemand aan tafel die met allerlei zaken bezig is, maar vaak minder oog heeft voor de fiscaliteit. Jij moet als adviseur die fiscaliteit zien te verbinden met het verhaal van de dga. Dat is het grote verschil met de CFO als gesprekspartner. Daar ga je vaak heen, omdat je een bepaald fiscaal vraagstuk wilt bespreken, bijvoorbeeld over de gevolgen van het aantrekken van financiering. Bij de dga ga je ook langs om gewoon eens bij te praten. Dan komen er allerlei onderwerpen naar voren waarvan je denkt: dat heeft een fiscale component, daarover kan of moet ik adviseren. De dga vertelt iets over de aankomende studie van een van de kinderen, bij de adviseur komt “fiscaal schenken” op de radar. Hij vertelt over de aankoop van onroerend goed, dan moet jij navragen wie dat koopt en met welk doel, om de fiscale gevolgen te beoordelen. Dat is het leuke aan de dga-praktijk: je gaat er niet alleen voor de fiscale techniek naartoe, maar vooral voor het gesprek. En dan ga je met veel fiscale vraagstukken weer terug naar kantoor. De dga is zich er niet altijd van bewust dat bij een onderwerp dat hij op tafel legt die fiscale vraagstukken spelen en dat hij daar richting aan kan geven. Dat moet de adviseur signaleren en bespreken.’ 

Bij dga’s spelen veel verschillende onderwerpen, zij hebben te maken met allerlei soorten wetgeving

Welke adviseur past het beste bij de dga: de beginner of de meer ervaren? 
‘Ik denk een combinatie. Jonge fiscalisten weten vaak na hun afstuderen nog niet goed wat ze willen. Dan is de dga-praktijk heel mooi. Ze zien dan de verschillende facetten van de belastingwetgeving én het type cliënten. De junior kan dan best een fiscale kwestie oppakken. Maar als de dga vertelt over zijn privésituatie, zoals zijn oude dag of wat er binnen de familie kan gebeuren, dan is het heel knap als een junior dat allemaal kan overzien. Daarnaast moet je je afvragen of jij dan ook de juiste persoon bent om een gesprek te voeren. Ik mocht als starter eens naar een dga van zeventig, om over zijn testament te praten. Dat was een moeilijk gesprek. Dan kom je eerder bij een meer ervaren adviseur. De kunst is je goed aan te sluiten bij de dga. Je moet goed kunnen begrijpen waar de dga op dat moment in zijn leven staat en welke keuzes hij moet maken.’ 

Hoe stimuleert de NOB dit? 
‘We bieden in de beroepsopleiding (bestemd voor aspirant-leden) een technisch fiscaal traject aan dat op de nationale praktijk gericht is, zodat jonge collega’s zicht krijgen op deze brede praktijk. Daarnaast kunnen ze ook vaardigheidstrainingen volgen om hun soft skills, die nodig zijn hij het voeren van (lastige) klantgesprekken, verder te ontwikkelen. Ook in het Programma Permanente Educatie (bestemd voor ervaren adviseurs) kijken we nadrukkelijk naar de vraagstukken waar onze leden mee te maken hebben en hoe wij daar als NOB een aanvullende rol kunnen spelen. In juni jl. vond voor de elfde keer de studiedag voor de dga plaats. Deze zat met 150 leden helemaal vol. Op zo’n dag gaat het om de brede blik, waarbij je wordt bijgepraat over meerdere onderwerpen. De dga-studiedag voor 2024 is al gepland en vindt plaats op 10 juni. We kijken zelfs of het twee keer per jaar kan of dat we aanvullende cursussen moeten ontwikkelen. We merken dat er behoefte is.’ 

Wat geven de fiscalisten zelf aan wat ze willen leren over de dga-praktijk? 
‘Vaktechniek blijft belangrijk, want wetgeving verandert steeds. Verder kijken we naar actuele onderwerpen: excessief lenen, box 2, de dga als werknemer, transfer pricing, bedrijfsopvolgingsregelingen. Leden kunnen zelf ook onderwerpen aandragen waar ze graag een PE-bijeenkomst over georganiseerd zouden willen zien. Als het bureau denkt dat daar voldoende animo voor is, wordt daar ook echt iets mee gedaan. Uit de evaluatie van de studiedag kwam bijvoorbeeld de wens naar voren voor een seminar over box 3. Dit wordt nu georganiseerd en vindt plaats op 6 november. Leden kunnen zich inschrijven via hun Persoonlijke Pagina.’ Suggesties voor onderwerpen kunnen worden gemaild aan Angelique van Streepen (directeur opleidingen – a.van.streepen@nob.net).’ 

Hoe belangrijk is het dat een adviseur weet waarmee de dga zich bezighoudt, en dus een dag meeloopt met de laarzen aan? 
‘Dat is zeker van belang én nog leuk ook. Als je weet en begrijpt wat zijn business is en wat hem bezighoudt, dan zie je veel beter met welke fiscale vraagstukken hij te maken heeft. Heb je geen klik met de klant, en zeker met de dga bij wie ook privézaken spelen, dan is dat heel lastig.’ 

Wat was voor u de reden om in de dga-praktijk te stappen? 
‘Enerzijds de breedte van de wetgeving. Anderzijds: je kunt bij bedrijven in de keuken kijken waar je zelf weleens komt. Mooi als er een naam op de gevel staat van een beursgenoteerde onderneming, maar ook mooi als je met de ondernemer spreekt bij wie je bij wijze van spreken boodschappen doet. Dat geeft een heel eigen dynamiek. Je spreekt met de dga niet alleen over het bedrijf, maar ook over zijn beweegredenen en familieaangelegenheden.’ 

U spreekt over de breedte van de dga-regelgeving. Dat moeten adviseurs wel allemaal bijhouden. 
‘Alles weten, dat lukt bijna niemand meer. Primair haal je uit de gesprekken de fiscale kwestie en die koppel je eventueel terug naar de specialisten op je kantoor of in je netwerk. Het hoeft overigens niet zo te zijn dat bij de dga altijd ingewikkelde zaken spelen. De complexiteit neemt wel toe als het bedrijf groeit, de familie groter wordt en er meer vermogen is. Het is fijn om op specialisten te kunnen terugvallen, maar de basis moet je wel onder de knie hebben.’ 

Wat wilt u de dga nog meegeven? 
‘Bespreek met de adviseur vooral wat je dagelijks bezighoudt. Die ontdekt dan de juiste fiscale positie. Vertel ook over de toekomst, maar dat is niet altijd even makkelijk. Ondernemers, bedrijfsopvolging, testamenten – dat is niet altijd een goede match. Maak het toch bespreekbaar.’ 

En wat geeft u de adviseur mee? 
‘Als zij nog ideeën hebben over hoe de NOB zich meer kan profileren op het gebied van de advisering aan dga’s en wat ze daarvoor nodig hebben, dan kunnen ze zich zeker bij de NOB melden.’ 

  


Caroline van der Woude 

 

  • 2002 Fiscaal recht, Universiteit van Amsterdam 
  • 2009 Postdoctoraal formeel belastingrecht, Radboud Universiteit Nijmegen 
  • 2014 Master Finance small and medium sized enterprises, TIAS 
  • 2003 Belastingadviseur en partner BDO 
  • 2022 Bestuurslid NOB

Gerelateerd

Niet top-down, maar begrip en respect  

Thema interview

Seniorenkennis en junioren-tech op de tandem 

Thema interview