Het mobiliteitsbeleid van Moore MKW

Groende uitdaging in landelijk gebied. Vanaf 1 september aanstaande zullen Moore MTH, KroeseWevers en UNP formeel samengaan onder de naam Moore MKW. Ook het mobiliteitsbeleid wordt geharmoniseerd van deze organisatie met veel kantoren in het landelijk gebied. Duurzaam vervoer is niet altijd makkelijk te organiseren. Partner Edwin de Witte legt uit wat dit betekent. 

Hoe uitdagend is het om twee mobiliteitsvisies te verenigen in één organisatie? 

‘Dat kost tijd. Temeer omdat we pas vanaf 1 januari 2024 de arbeidsvoorwaarden hebben geharmoniseerd. Daar zitten we nu middenin en dat geldt ook voor het mobiliteitsbeleid. Maar we hebben één heel belangrijk gemeenschappelijk doel wat beleid betreft: het moet duurzamer.’ 

Edwin de Witte (59) 

  • Functie: Partner bij Moore MKW 
  • Opleiding: Fiscale economie Erasmus Universiteit Rotterdam 
  • Vervoermiddel: Komt met de elektrische auto naar kantoor 

Hoe doen jullie dat? 

‘We zijn nu bezig met het harmoniseren en verder uitwerken van allerlei maatregelen. Zo hebben we een thuiswerkshop waar medewerkers stoelen en bureaus kunnen bestellen om thuis te werken.’  

Moore MKW

  • Vestigingen: 21 
  • Omzet: € 100 miljoen (2023) 
  • Fte (NL): 1.000 
  • Aantal leaseauto’s: 250 

Wat zijn de belemmeringen? 

‘Dat we een heel grote groep medewerkers hebben, 1000 in totaal, die mobiel moeten zijn, omdat ze vaak op locatie naar klanten toe gaan. Wij stimuleren onze medewerkers ook om veel naar klanten toe te gaan. Dat persoonlijk contact vinden wij belangrijk. En omdat wij vooral boven de grote rivieren zitten, op landelijke plekken waar het ov niet altijd voorhanden is, is het best een uitdaging om dat duurzaam aan te pakken. Onze medewerkers zijn daardoor vooral gefocust op de eigen auto.’ 

De leaseauto is dus nog steeds een belangrijk onderdeel van jullie mobiliteitsbeleid? 

‘Ja. Absoluut. We merken ook dat dit nog steeds een belangrijke en aantrekkelijke arbeidsvoorwaarde is voor medewerkers. Ook voor de jongere garde. Ze verwachten ook van een accountants- en advieskantoor dat ze voor een leaseauto in aanmerking kunnen komen. En dan vinden ze het stiekem toch ook heel fijn dat dit een beetje een knappe auto is. En onderschat ook niet de barrières waar de jonge generatie tegenaan loopt op de woningmarkt. Ze hebben nu een “grotemensenbaan”, maar het lukt niet om een huis te kopen. Daardoor zijn ze wellicht extra gefocust op een “grotemensenauto”.’ 

Is dat dan een benzineauto? Of stimuleren jullie ook de elektrische auto? 

‘We proberen de elektrische auto zeker te stimuleren. We hebben sinds ons economisch samengaan op 1 januari een nieuwe leaseregeling doorgevoerd die elektrisch en hybride rijden stimuleert door medewerkers hiervoor een hogere vergoeding te betalen. Maar voor veel medewerkers is elektrisch rijden vaak weer lastig, omdat ze geen goede mogelijkheden hebben om de auto dichtbij huis op te laden.’ 

Zijn er wel laadpalen bij de kantoren? 

‘Jazeker. Bij al onze 22 vestigingen staan één of meerdere laadpalen. Die infrastructuur is goed geregeld.’ 

En het woon-werkverkeer? Kan dat duurzamer? 

‘Ja, we willen medewerkers stimuleren om bijvoorbeeld op de elektrische fiets naar kantoor te komen. We zijn nu bezig om hier een regeling voor op te stellen. Maar dat is niet voor iedereen een optie. Zo hebben we op ons kantoor in Emmen net een aantal jonge fiscalisten uit Groningen aangenomen. Een treinverbinding is er niet en met de bus duurt de rit anderhalf uur. Met de auto zijn ze er in een uurtje. Dan kiezen ze het liefst daarvoor. En dat wordt het vaak de benzineauto, omdat een elektrische auto zeker voor starters te duur is.’ 

Hoe zit dat met deelauto’s? Werken jullie daarmee? 

‘We hebben daarmee geëxperimenteerd, maar medewerkers vinden het lastig om hier gebruik van te maken. De auto’s moeten dan weer terug naar kantoor en dat vinden veel medewerkers dan weer een belemmering. Ik denk dat onze kantoren net te klein zijn om die infrastructuur goed te organiseren.’ 

Lukt het wel om de medewerkers mee te krijgen in het verduurzamen van het vervoer? 

‘Dat is best een beetje een worsteling. Je zou verwachten dat met name de jongere generatie gemotiveerd is om op een duurzame manier te reizen, maar ik merk dat dit nog niet heel erg leeft. Medewerkers willen vooral snel en zonder veel gedoe van A naar B reizen en de benzineauto heeft dan vooralsnog vaak de voorkeur. Ze zijn praktisch ingesteld. Liever comfort dan duurzaam. Maar tijden veranderen snel, dus wellicht wordt dat op korte termijn anders.’ 

Hoe gaan jullie duurzaam reizen dan entameren? 

‘Door vooral maatwerk te bieden. Het is ook een groot verschil of een medewerker in Amsterdam werkt met alle soorten van ov makkelijk voorhanden, of in een buitengebied in Groningen of Drenthe waar je nauwelijks ov-voorzieningen hebt. We moeten dus per kantoor bekijken met welk duurzaam vervoermiddel medewerkers het best kunnen reizen, of dat nu de elektrische fiets, het ov of een elektrische auto is, en daar dan financiële incentives aan koppelen.’ 

Tot slot. Waar rijdt u zelf in?

‘Ik vind dat we als leidinggevenden het goede voorbeeld moeten geven; ik rijd dan ook elektrisch. Een Audi e-tron. Het is voor mij een rijdend kantoor. Ik rijd zo’n 50.000 kilometer per jaar.’ 

Top drie aandachtpunten mobiliteit 

  • Wagenpark verduurzamen 
  • Medewerkers stimuleren te kiezen voor ‘groene’ vervoermiddelen 
  • Keuzevrijheid voor medewerkers behouden 

Gerelateerd