Knelpunten verbeteren de samenwerking
Niet alleen de eerste, maar ook de vernieuwde Knelpuntennotitie van de NOB is door de Belastingdienst goed ontvangen. Door samen te praten over knellende wetgeving, knellende uitvoering en knellende rechtsbescherming, kan de onderlinge samenwerking worden verbeterd, denkt Margriet Lukkien.
Het is januari 2023 wanneer de Commissie Knelpunten van de NOB een ‘knelpuntennotitie’ aanbiedt aan het knelpuntenloket van de Belastingdienst. Daar waren ze blij mee, zegt commissievoorzitter Margriet Lukkien, ook omdat de Belastingdienst veel van deze knelpunten herkende. ‘Dat heeft de relatie met de Belastingdienst positief beïnvloed. Het leidde er zelfs toe dat de Belastingdienst een tijd geleden vroeg of we al een update van onze notitie hadden. Zo kunnen we samen optrekken tegen knellende wetgeving, knellende uitvoering en knellende rechtsbescherming.’ Die nieuwe notitie is in mei 2024 gepubliceerd.
De Commissie Knelpunten is onderdeel van de Kerngroep Rechtsbescherming en Rechtszekerheid binnen de NOB, waarvan Lukkien ook voorzitter is. Dat er nu een nieuwe knelpuntennotitie ligt, wil niet zeggen dat alle knelpunten uit de eerste notitie zijn aangepakt. ‘We zijn er nog niet heel ver mee’, moet Lukkien toegeven. ‘Dit is een kwestie van de lange adem. Wel zijn er successen geboekt, zoals de samenloop van de kwijtscheldingswinstvrijstelling en verliesverrekening. ‘Dit knelpunt is door het ministerie van Financiën als zodanig erkend. Ook in de Tweede Kamer is daar nu aandacht voor. In januari 2025 zou het moeten zijn hersteld.’
Belastingrente
Een knelpunt dat door de politiek deels is opgepakt betreft de belastingrente en staat daarom nog steeds in de nieuwe notitie. ‘Belastingrente doet pijn bij burgers en bedrijven. Heb je een achterstand, dan kan het te betalen rentepercentage oplopen tot wel 10% per jaar. Heb je te veel belasting betaald, dan krijg je daarover geen rente vergoed.’ De fiscale regels zijn nu zo aangepast dat in minder gevallen dan voorheen belastingrente hoeft te worden betaald. Een ander succes dat Lukkien noemt betreft de toegang tot fiscale rechtshulp. ‘Juist minderbedeelden hebben extra ondersteuning nodig in fiscale zaken. We hebben het belang daarvan gezien in de toeslagenaffaire. Vanuit de politiek is daar nu meer aandacht voor en hopelijk worden er ook extra middelen voor beschikbaar gesteld.’
Teruggaafverzoeken
Veel knelpunten zijn nog niet opgelost, wel zijn er enkele in de notitie bijgekomen. Lukkien noemt de doorschuifregeling voor de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) en een knelpunt in de uitvoering: de teruggaafverzoeken voor dividendbelasting door buitenlandse beleggingsfondsen. ‘Zonder goede uitleg is dat systeem aangepast. Nederlandse beleggingsfondsen kunnen zo’n verzoek op papier indienen, buitenlandse beleggingsfondsen kunnen dat alleen digitaal doen. Maar de portal van de Belastingdienst functioneert niet goed. Om zo’n verzoek toch in te dienen, moeten stukken één voor één worden ingevoerd: extra werk, hogere kosten. Het zou erop kunnen lijken dat de Belastingdienst een soort dam wil opwerpen om maar niet te veel teruggaafverzoeken te krijgen. Dit hangt ook samen met de IT-systemen van de Belastingdienst die niet up-to-speed zijn. Daarvoor zouden meer middelen beschikbaar moeten komen.’
Dit hangt ook samen met de IT-systemen van de Belastingdienst die niet up-to-speed zijn
‘’
Doorlooptijden
Een ander knelpunt dat nu expliciet wordt benoemd: de doorlooptijden die de afgelopen jaren behoorlijk zijn opgelopen. ‘Bij het onderzoek van de boeken, als je vooroverleg wilt, in de besluitvorming. Dat leidt tot onzekerheid en irritatie bij belastingplichtigen, tot extra kosten en ook tot een negatieve houding richting de Belastingdienst.’ Lukkien is zich ervan bewust dat dit niet van de een op de andere dag kan worden opgelost, gezien de personeelstekorten en verouderde IT-systemen van de Belastingdienst. ‘Toch hebben we daar aandacht voor gevraagd, ook in de hoop dat er meer geld beschikbaar komt om dit te verbeteren.’
Knelpunten zijn in zekere zin ook verkapte kritiek op de Belastingdienst. Desondanks gaat Lukkien ervan uit dat het aandragen van deze problemen wordt gewaardeerd. ‘Ik denk dat ze het belangrijk vinden dat wij dit aanstippen. De Belastingdienst wil ook graag dat dit wordt aangepakt. Als ook ‘de markt’ tegen deze knelpunten aanloopt, kan dat een extra drukmiddel zijn voor Den Haag om er iets aan te doen.’
Knelpunt: stakingslijfrente dga’s
In de Knelpuntennotitie staan negentien fiscale knelpunten. Johan Koolen (Wesselman) licht toe waarom de stakingslijfrente voor talloze dga’s een probleem kan zijn.
‘Een ondernemer van wie het bedrijf groeit, kan zijn IB-onderneming staken en deze omzetten in een BV. Dan moet er in beginsel worden afgerekend met de Belastingdienst en dat kan de dga flink pijn doen. Er is een regeling bedacht om dat te verzachten: de stakingslijfrente mag van de winst worden afgetrokken, en dan hoeft pas op een later moment te worden afgerekend. Maar herstructureringen van de stakingslijfrente van na 1991 zijn veel lastiger.’
Dit kan duizenden dga’s treffen die op het punt staan met pensioen te gaan
‘Stel, een dga heeft zijn onderneming ingebracht in een holding, maar de lijfrente zit nog in de werkmaatschappij. Gaat de ondernemer met pensioen, dan heeft hij geen behoefte meer aan twee BV’s. Met een juridische fusie maak je er één BV van: de werkmaatschappij verdwijnt in de moedermaatschappij. De echte onderneming is dan gestopt en dat kan een probleem zijn: als de lijfrente wordt overgedragen aan de moeder, dan is een vereiste dat dit gebeurt in het kader van de overgang van de onderneming. Aan die voorwaarde wordt dan niet meer voldaan. Er zijn noodgrepen denkbaar, maar die zijn doorgaans niet handig en leiden tot extra kosten.’
‘De lijfrenteafrekening is nadelig voor de dga, maar de Belastingdienst verliest zijn belastingclaim niet. Als je die extra voorwaarde – het moet gebeuren in het kader van de overgang van de onderneming – zou weghalen, zou het probleem zijn opgelost. De dga wordt nu geconfronteerd met de ‘andere verzekeraarsanctie’, een heffing tegen het hoogste tarief inkomstenbelasting, plus nog eens 20% revisierente. Dat is nogal draconisch. En dit kan duizenden dga’s treffen die op het punt staan met pensioen te gaan.’
‘Ik vermoed overigens dat die extra voorwaarde in strijd is met de Fusierichtlijn: het is niet toegestaan belasting te heffen van een aandeelhouder. Als je daarover procedeert, zou je dat bij het Hof van Justitie van de EU best eens kunnen winnen. Hopelijk kijkt het ministerie van Financiën serieus naar deze strijdigheid.’
Margriet Lukkien (1980)
- 2003 Master belastingrecht, Universiteit van Amsterdam
- 2004 Graduate Tax Program, New York University, School of Law
- 2004-heden Fiscaal jurist, Loyens & Loeff
- 2017-heden Fiscaal partner, Loyens & Loeff
- 2021-heden Lid algemeen bestuur, Nederlandse Orde van Belastingadviseurs
Johan Koolen (1983)
- 2011 Master fiscale economie, Tilburg University en master internationaal en Europees belastingrecht, Maastricht University
- 2011-2020 Belastingadviseur en pensioenadviseur, Wesselman Accountants | Belastingadviseurs
- 2020-heden Promovendus fiscaal ondernemingsrecht, Radboud Universiteit Nijmegen
- 2020-2024 Senior belastingadviseur en hoofd Bureau Vaktechniek, Wesselman Accountants | Belastingadviseurs
- 2024-heden Directeur Vaktechniek, Wesselman Accountants | Belastingadviseurs