Overtuigd dat we zouden winnen

Als in 2016 ook overheidsondernemingen vennootschapsbelasting moeten betalen, ontstaat er bij een regionale ontwikkelingsmaatschappij grote twijfel. Kunnen eerder geleden verliezen als aftrekpost worden opgevoerd? Mart Mulder, director tax bij PwC schroomt niet om de zaak voor te leggen aan de rechter.  

Leuk was de belastingmaatregel niet, die in 2016 op aandringen van de Europese Commissie werd ingevoerd. Die vond dat overheidsondernemingen die niet Vpb-plichtig zijn, in feite staatssteun ontvingen – verboden staatssteun. Allemaal zouden ze onder het nieuwe belastingregime vallen. Zo ook een regionale ontwikkelingsmaatschappij, die PwC had als huisaccountant. Maar al snel werden de fiscale experts erbij gehaald. ‘De overheid probeerde een Vpb-jas om een overheidslichaam te hangen. En daarvoor was de Vpb eigenlijk niet bedoeld’, zegt tax director Mart Mulder. Dat riep allerlei vragen op, waarvoor de regionale ontwikkelingsmaatschappijen gezamenlijk een speciale werkgroep oprichtten. Mulder gaf input; in 2016 zou immers voor het eerst een fiscale balans moeten worden opgesteld.  

Mart Mulder (1987)  

  • 2010 Fiscale economie, Rijksuniversiteit Groningen  
  • 2013 Stichting Opleiding Belastingadviseurs  
  • 2010-heden PwC Nederland  
  • 2022-heden Director tax, PwC  

‘De discussie spitste zich toe op de liquidatieverliesregeling. Dat is een voorwaardelijke aftrekpost bij liquidatie van een deelneming, waarop de deelnemingsvrijstelling van toepassing is. Onze cliënt had in 2016 deelnemingen geliquideerd. Ontwikkelingsmaatschappijen proberen regionale ontwikkelingen te stimuleren door eigen en vreemd vermogen te verstrekken aan organisaties die op de gewone markt niet terecht kunnen vanwege hun hoog risicoprofiel. Vele redden het niet en dan zit je met een liquidatieverlies.’   

Nog een optie 

De vraag was hoe hoog dat (aftrekbare) liquidatieverlies zou zijn en daarvoor was de omvang van het opgeofferde bedrag van belang. Je zou kunnen kijken naar de waarde op de fiscale openingsbalans. ‘Die openingsbalans maak je op basis van de waarde in het economisch verkeer’, zegt Mulder. ‘En in 2016 werden twee deelnemingen geliquideerd, waarvan we zeker weten dat ze op 1 januari 2016 niks waard waren. Dan kun je ze op de balans voor € 0 zetten.’ Maar er was nog een optie. Namelijk dat je kijkt naar wat de ontwikkelingsmaatschappij ooit heeft betaald voor de deelneming, de historische kostprijs. In deze zaak ging het om € 5,5 miljoen. ‘De Belastingdienst zei: € 0. Wij wilden een aftrekpost van € 5,5 miljoen.’  

Sprongcassatie  

Het bijzondere in deze zaak was, zegt Mulder, dat partijen het eens waren over de feiten en dat zij begrip konden opbrengen voor elkaars standpunt. Eigenlijk was voor iedereen de route al snel duidelijk: er is een principiële uitspraak van de Hoge Raad nodig. Eerst werd een aangifte ingediend, tegen de definitieve aanslag werd bezwaar gemaakt, Mulder stapte namens zijn cliënt naar de rechtbank Noord-Nederland en won die zaak. Als de Belastingdienst verliest, tekent deze vaak hoger beroep aan bij het gerechtshof. Maar omdat de feiten vaststonden, werd gekozen voor sprongcassatie: rechtstreeks naar de Hoge Raad. In zijn tour de force werd Mulder bijgestaan door zijn team.  

Optimistisch 

Gedurende de hele route was Mulder optimistisch, vertelt hij. Dat nam alleen maar toe toen de advocaat-generaal bij de Hoge Raad tot een positieve conclusie kwam. ‘Slapeloze nachten heb ik er nooit van gehad. Ik was ervan overtuigd dat we gelijk hadden. Andere specialisten zeiden: “Loop je niet te hard van stapel?” Maar zeker na de conclusie van de advocaat-generaal voelde ik dat het goed zat. Aan de andere kant: ik procedeer niet dagelijks, dus vind het ook niet normaal dat ik altijd gelijk krijg.’ Maar dat kreeg hij wel. Ruim zes jaar nadat hij in dit traject was gestapt, erkende ook de Hoge Raad dat dergelijke liquidatieverliezen in aftrek kunnen worden genomen. ‘Toen de uitspraak bekend werd, las ik eerst het dictum, de laatste regels van het arrest waarin het oordeel staat. Op mijn afdeling werd fors gehighfived. Daarna las ik de overwegingen van de Hoge Raad. Die liet weten: als we kijken naar de letterlijke tekst van de wet, maar ook naar het doel en de strekking, dan is er geen enkele reden om de liquidatieverliezen niet mee te nemen. Vervolgens heb ik de cliënt gebeld, die ons uitnodigde voor een mooie lunch.’  

Spannendste drempel  

Achteraf gezien was niet alleen de fiscale kwestie bijzonder, maar ook de afgelegde route. ‘Gaat onze klant, die net belastingplichtig is, over de eerste aangifte al meteen procederen over een inhoudelijke vraag? Het is een privaatrechtelijk overheidslichaam, dat voor een groot deel wordt gehouden door het ministerie van Economische Zaken en Klimaat. En dat gaat procederen tegen het ministerie van Financiën? Tot aan de Hoge Raad? Dat was de spannendste drempel. Omdat ik er opgewekt aan begon, kregen we onze klant zover.’  

Deze uitspraak is niet alleen goed nieuws voor deze cliënt maar eigenlijk voor de hele sector. ‘Het uitstralingseffect voor andere ontwikkelingsmaatschappijen is belangrijk,’ zegt Mulder, ‘maar ook voor andere overheidslichamen die ook net belastingplichtig zijn geworden, en misschien nog breder.’   

Jurisprudentie

Rechtbank Noord-Nederland 03-06-2021: ECLI:NL:RBNNE:2021:2217  
Conclusie AG 16-12-2021: ECLI:NL:PHR:2021:1189 
Hoge Raad 04-11-2022: ECLI:NL:HR:2022:1578  

 

Gerelateerd

Energie halen uit een gewonnen zaak  

De zaak van

Zaak met een luchtje 

De zaak van