Omzetbelasting voor specialisten
Doelgroep
Voor omzetbelastingspecialisten is een technisch fiscaal traject van 26 dagdelen op OB-gebied samengesteld, waarvan 20 dagdelen dienen te worden gevolgd. De cursussen zijn bedoeld voor aspirant-leden die zich als beginnend specialist bezig houden met indirecte belastingen. Aspirant-leden, die een verklaring ondertekend door een partner overleggen, waarin de maatschap verklaart dat het betreffende aspirant-lid zich hoofdzakelijk bezig houdt met indirecte belastingen, kunnen dit traject volgen.
Docenten
Romy Beekers (Akzo Nobel), Jeroen Bijl (BTW Advies Kantoor BV/ hoogleraar Nyenrode Business Universiteit), Albert Bomer (hoogleraar Tax & Technology Vrije Universiteit Amsterdam), Simon Cornielje (PwC), Bart Heijnen (Loyens & Loeff), Henk Hop (FTI Consulting), Bertjan Janzen (PwC), Sander van Kreijl (DK Accountants & Adviseurs), Han Leijten (Meijburg & Co), Kevin van Lierop
(Deloitte), Madeleine Merkx (BDO en bijzonder hoogleraar Erasmus Universiteit Rotterdam), Susanne de Nooijer- Kouwenhoven (Deloitte), Gert-Jan van Norden (Meijburg & Co / hoogleraar Tilburg University), Petra Pleunis (EY), Raoul Ramautarsing (Deloitte), Ruud Tusveld (Universiteit van Tilburg), Martijn Schippers (EY en verbonden aan de Erasmus School of Law), Pascal Schrijver (EigerTax BV), Redmar Wolf (Baker & McKenzie en hoogleraar Rijksuniversiteit Groningen), Joel Wessels (inspecteur Belastingdienst), Walter de Wit (bijzonder hoogleraar Erasmus Universiteit Rotterdam en Raadsheer
Hof Den Haag), Matthijs Ziepzeerder (Belastingdienst Utrecht en Universiteit van Amsterdam).
Cursusdoel
Cursusinhoud
Het traject voor Omzetbelastingspecialisten bestaat uit de cursussen Praktische Comptabele Toepassingen 1 voor Omzetbelastingspecialisten, Procesvoering en twintig capita (verdeeld over tien cursusdagen). De cursussen Praktische Comptabele Toepassingen 1 voor Omzetbelastingspecialisten en de cursus Procesvoering zijn verplicht. Van de resterende achttien capita moeten minimaal veertien capita worden gevolgd. De onderwerpen zijn de volgende:
Belastbaar feit en maatstaf van heffing
Tijdens deze bijeenkomst wordt de maatstaf van heffing in de huidige btw-praktijk geanalyseerd. Aan de hand van jurisprudentie van met name het HvJ EU en praktijksituaties wordt het begrip van alle kanten bekeken. Aan de orde komen onder meer: de maatstaf van heffing bij annulering en schadevergoeding, ruil van prestaties, subsidies, waardebonnen en kortingskaarten en betalingen door derden.
Zakelijk-privé gebruik (BUA)
Tijdens deze bijeenkomst wordt het privégebruik in de btw (incl. BUA) bestudeerd. Aan de hand van jurisprudentie van met name het HvJ EU en praktijksituaties wordt dit onderwerp onderzocht. Daarbij wordt in het bijzonder ingegaan op de invloed van het EU-recht op de Nederlandse praktijk van het privégebruik in de btw.
Overheid – non profit
Tijdens deze bijeenkomst wordt de positie van overheidslichamen in de btw-regelgeving aangeduid, en de werking van het BTW-compensatiefonds uiteengezet met als doel dat de deelnemer een goed begrip van overheidslichamen in de btw verkrijgt. Aan hand van de Europese en nationale wet- en regelgeving wordt de btw-positie van overheidslichamen behandeld waarbij het ondernemerschap, uitzonderingen/uitsluitingen en samenwerkingsverbanden centraal staan. Gedurende de cursus wisselen theorie en praktijkcasussen elkaar af.
Belastingplichtige
Tijdens deze bijeenkomst wordt vanuit verschillende invalshoeken het ondernemerschap belicht met als doel de deelnemer handvatten aan te reiken om vragen met betrekking tot de belastingplicht in de praktijk zelfstandig te beantwoorden. Aan hand van de jurisprudentie en de wet- en regelgeving wordt het vraagstuk ‘ondernemerschap’ bezien van het moment waarop daarmee gestart wordt tot en met het einde. Steeds wordt de theorie aan de hand van praktijkvoorbeelden getoetst.
Het concern in de BTW
In deze bijeenkomst staat het ondernemerschap van houdstervennootschappen centraal. Het doel is de kennis van de deelnemer op dit vlak te verdiepen. Aan de hand van het positieve recht wordt in het eerste deel van deze bijeenkomst het theoretisch kader geschetst en de huidige stand van zaken belicht. In het tweede deel wordt aan de hand van een aantal casusposities uit de praktijk de theorie getoetst. Ook de (mate van) aftrek van voorbelasting voor deze specifieke vennootschappen wordt aangestipt.
Plaats van dienst en afnemer van de prestatie
Tijdens deze bijeenkomst komen de plaats van dienst-regels en het leerstuk van de afnemer van de prestatie aan bod. De focus zal liggen op de “hoofdhuis-vaste inrichting problematiek” in het algemeen. Onderwerpen die o.a. aan de orde komen zijn wanneer sprake is van een vaste inrichting, hoe bepaald wordt waar het hoofdhuis zich bevindt, de toerekening van een dienst aan de vaste inrichting, het belasten van prestaties tussen een hoofdhuis en de vaste inrichting en de gevolgen van een fiscale eenheid hierop en het recht op aftrek van voorbelasting wanneer sprake is van een hoofdhuis en een vaste inrichting.
Aftrek voorbelasting
Tijdens deze bijeenkomst wordt vanuit verschillende invalshoeken de aftrek van voor belasting belicht met als doel de deelnemer handvatten aan te reiken om dergelijke vraagstukken in de praktijk zelfstandig te beslechten. Aan hand van de jurisprudentie en de wet- en regelgeving wordt het vraagstuk ‘aftrek van voorbelasting’ bezien vanuit de (beoogde) bestemming en ingebruikname, de hoedanigheid van de koper, bevoordeling via de koper en de afnemer. Steeds wordt de theorie aan de hand van praktijkvoorbeelden getoetst.
Btw en samenloop met Transfer Pricing
Tijdens deze bijeenkomst staat de samenloop tussen btw en transfer pricing centraal. De btw kent een subjectieve maatstaf van heffing terwijl prijzen tussen gelieerde partijen voor de directe belastingen ‘at arm’s length’ moeten zijn. Dit leidt ertoe dat prijzen tussen gelieerde partijen aan het einde van het jaar nog wel eens moeten worden aangepast, om voor de directe belastingen tot een juiste winsttoerekening te komen. In deze cursus wordt ingegaan op de vraag onder welke omstandigheden dergelijke prijsaanpassingen tot btw-gevolgen en wat deze btw-gevolgen inhouden. De btw staat hierbij centraal, de transfer pricing-regels worden slechts op hoofdlijnen besproken.
BTW in- en uitvoer
Tijdens deze bijeenkomst wordt ingegaan op de btw-aspecten van in- en uitvoer. Deelonderwerpen die daarbij de revue passeren zijn het ontstaan en de maatstaf van heffing van het belastbaar feit invoer van goederen, de btw-behandeling van goederen onder douaneschorsing en de toepassing van het btw-nultarief bij uitvoertransacties. Daarvoor is naast btw-kennis ook een basisbegrip van het douanerecht nodig, waar we in deze cursus verder op ingaan. Daarnaast komen onderwerpen als fiscale vertegenwoordiging en de toepassing van de btw-verleggingsregeling (artikel 23-vergunning) aan bod.
(Financiële) Vrijstellingen 1
De focus tijdens deze bijeenkomst ligt op de financiële en verzekeringsvrijstellingen en beoogt door middel van discussies de deelnemer een kader aan te reiken om in de praktijk op dergelijke vraagstukken gedegen te adviseren. Aan de hand van casusposities die op voorhand door de deelnemer zijn voorbereid, worden diverse knelpunten en actualiteiten onder de loep genomen. Ook de plaats van dienst regels en de aftrek van voorbelasting bij de financiële en verzekeringsvrijstellingen worden belicht. Hierbij spelen de Btw-richtlijn en de rechtspraak van het Europese Hof van Justitie een belangrijke rol.
Vrijstellingen 2
Tijdens deze bijeenkomst komt een scala aan vrijstellingen aan bod. Met name ligt de nadruk op de vrijstellingen voor zorg, onderwijs en sport. Daarbij komen ook het in deze sectoren regelmatig toegepaste leerstuk kosten voor gemene rekening en de koepelvrijstelling aan de orde. Omdat de toepassing van vrijstellingen leidt tot een beperking van het aftrekrecht werd/wordt in deze sectoren gebruik gemaakt van btw-besparende modellen. Het leerstuk misbruik van recht kan dan van toepassing zijn. Daarom wordt tijdens de bijeenkomst ook stilgestaan bij dit leerstuk.
Vastgoed 1
In dit onderdeel zal de nadruk liggen op actuele ontwikkelingen op het raakvlak van btw en overdrachtsbelasting. Hierbij valt te denken aan begrippen als bouwterrein, complextheorie, recht op aftrek van btw en de samenloopbepalingen. Er wordt gediscussieerd aan de hand van een aantal praktijksituaties waardoor de deelnemer in staat zal zijn om issues te onderkennen en op een adequate wijze te redresseren.
Vastgoed 2
Tijdens deze bijeenkomst wordt ingegaan op de belangrijkste aspecten van de overdrachtsbelasting, met uitzondering van de eventuele samenloop met heffing van btw. Dit met als doel de awareness te verhogen ten aanzien van praktijkvraagstukken waarmee een btw-adviseur bij vastgoedtransacties al dan niet zijdelings te maken kan krijgen. Aan de orde komen zaken als economische eigendomsverkrijgingen, fictief vastgoed (verkrijging van aandelen in vastgoed-BV’s), deelnemingen in personenvennootschappen en diverse vrijstellingen.
Douane
In dit cursus onderdeel zal in grote lijnen een overzicht worden gegeven van de achtergrond, opzet en structuur van de douaneregelgeving en procedures op basis waarvan een beter begrip van de douanesystematiek in het algemeen, de wijze waarop deze systematiek werkt alsmede implicaties en samenhang van de douaneregelgeving met de overige regelgeving op het gebied van de indirecte belastingen kan worden verkregen. Daarom zal ook specifiek worden ingegaan op een aantal voorbeelden waar douaneregelingen en de Btw-regelgeving elkaar kruisen/overlappen.
Intracommunautaire handel
Dit onderdeel belicht een groot deel van de mogelijke transacties die plaatsvinden in de intracommunautaire goederenhandel. De deelnemer raakt bekend met verschillende “supply chain” structuren die in de praktijk opgeld doen. Aan de hand van een realistische casus worden allerlei leveringsvormen besproken en de gevolgen daarvan voor de btw. Tevens wordt veel aandacht besteed aan de recente jurisprudentie op het gebied van intracommunautaire transacties, alsmede uiteraard aan de wettelijke en richtlijnbepalingen.
Formeelrechtelijke aspecten van de OB
Het doel van dit cursusonderdeel is om buiten de lijnen van de wet op de omzetbelasting zelf te kijken naar diverse andere aspecten waar een omzetbelastingspecialist mee te maken kan krijgen. Er zal aandacht worden besteed aan het fiscale boeterecht, de formeelrechtelijke aspecten van een naheffingsaanslag en aan de status van een suppletie. Daarnaast zal besproken worden welke maatregelen genomen kunnen worden indien de Belastingdienst te traag reageert op een bezwaar of een verzoek. Tot slot zal aandacht worden besteed aan de enkele invorderingsaspecten, zoals melding betalingsonmacht en verrekening.
Misbruik en fraude
In geval van misbruik of fraude is geen beroep mogelijk op EU recht. In dit onderdeel wordt ingegaan op de betekenis van dit algemene beginsel van EU recht voor de btw-praktijk. Allereerst wordt ingegaan op ‘misbruik’ zoals omschreven door het HvJ en gehanteerd door Nederlandse rechters. Daarnaast wordt ingegaan op btw-fraude en dan met name carrouselfraude. Waar bestaat een dergelijke fraude uit? Wat kunnen de gevolgen voor ondernemers zijn die hier ongewild bij zijn betrokken?
Unierechtelijke beginselen van de BTW
In de cursus staat centraal de inwerking van het Unierecht op de BTW. Daarbij wordt aandacht besteed aan de vraag in hoeverre het primaire Unierecht (het Verdrag inzake de werking van de Europese Unie (VWEU) invloed heeft op de heffing van BTW door de lidstaten. Tevens komt aan de orde de verhouding tussen dit primaire recht en het secundaire recht (de BTW richtlijn). Een belangrijk deel van de cursus betreft tenslotte de toepassing van Unierechtelijke beginselen als neutraliteit en evenredigheid in de BTW zoals ontwikkeld in de rechtspraak van het HvJEU.
Data analyse en ERP-systemen
In het ochtenddeel wordt ingegaan op het automatiseren van de btw-bepaling in ERP-systemen zoals SAP en Oracle, waarbij eveneens wordt stil gestaan bij Tax Engines en de rol van de adviseur.
Het middagdeel gaat vervolgens in op data analyse op het gebied van de BTW, waarbij mede zal worden gesproken over de Standard Audit File for Tax van de OECD. Naast risicogerichte data analyse zal ook cash-finding worden behandeld. Om dit onderdeel te mogen volgen dient eerst de cursus Praktische Comptabele Toepassingen 1 (voor omzetbelastingspecialisten) te zijn gevolgd.
Werkwijze
Praktische gegevens
Tijdsbeslag: | minimaal 7, maximaal 10 dagen (niet aansluitend) |
Werktijden: | 10.00 tot 17.15 uur |
Kosten: | Zie kosten / bedrag bij annulering, afwijzing of afwezigheid € 300,00 per cursusdag (excl. btw) |
Deelnemers: | maximaal 30 personen |
Inschrijven voor deze cursus is mogelijk via uw Persoonlijke Pagina. Dit kan alleen als de cursus onderdeel uitmaakt van uw traject.