Reactie NOB op internetconsultatie Wet toekomst pensioenen
Het nieuwe pensioencontract vraagt om begrijpelijkheid, transparantie en uitlegbaarheid. Met het conceptwetsvoorstel naar aanleiding van het pensioenakkoord is de volgende stap gezet voor de fundamentele transformatie van het pensioenstelsel. Maar er volgt nog een lang transitietraject. In onze reactie uiten we onze zorgen, stellen we enkele vragen en doen we een aantal suggesties over de premies, hervorming van het nabestaandenpensioen, DGA’s en derdepijlerpensioen en btw.
Achtergrond
Na jarenlang overleg is het pensioenakkoord vorig jaar tot stand gekomen. Met dit akkoord wordt het Nederlandse pensioenstelsel fundamenteel herzien. De noodzaak voor deze herziening heeft diverse redenen. Zo speelt de lage rente en de lage dekkingsgraad bij pensioenfondsen als gevolg daarvan een rol. Maar ook door de gewijzigde arbeidsmarkt en maatschappij nam de druk op het pensioensysteem steeds verder toe. Naar aanleiding van het akkoord is op 16 december 2020 een wetsvoorstel ter consultatie aangeboden: Wet toekomst pensioenen.
Reactie NOB op internetconsultatie Wet toekomst pensioenen
De NOB wil met haar reactie op deze consultatie niet alleen bijdragen aan het draagvlak voor deze fundamentele aanpassing van het pensioenstelsel, maar zeker ook aandacht vragen voor de begrijpelijkheid, transparantie en uitlegbaarheid van het nieuwe pensioencontract voor deelnemers. Het is essentieel dat sociale partners (dus zowel werkgevers als werknemers) het nieuwe pensioencontract begrijpen, om te komen tot een goede nieuwe pensioenovereenkomst in de toekomst.
De NOB uit haar zorg over enorme transitiekosten die deze hervorming met zich meebrengt. Dat bedrag is immers niet beschikbaar voor pensioenopbouw. Over een aantal onderdelen zoals de premies, hervorming van het nabestaandenpensioen, DGA’s en derdepijlerpensioen en btw heeft de NOB nadere vragen en concrete suggesties. Daarvoor verwijzen we naar de volledige reactie.
Toelichting NOB-reactie
Met het kabinet is de NOB van mening dat het draagvlak voor het nieuwe pensioenstelsel mede afhangt van de uitlegbaarheid van de pensioenregeling. In dat kader maakt de NOB zich zorgen over de begrijpelijkheid, transparantie en uitlegbaarheid van het nieuwe pensioencontract. De NOB vraagt zich af op welke wijze termen als ‘risicotolerantie’, ‘risicodraagvlak’, ‘risicopreferentieonderzoeken’, ‘URM-projectiemethode’ en ‘ALM-analyses’ aan deelnemers kunnen worden uitgelegd. Deze termen zullen in het algemeen de deelnemers niets zeggen, maar lijken daarentegen uiterst relevant te zijn. De NOB vraagt daarom aandacht voor deze complexiteit en benadrukt dat het essentieel is dat sociale partners (dus zowel werkgever als werknemer) het nieuwe pensioencontract begrijpen om te komen tot een goede nieuwe pensioenovereenkomst in de toekomst.
Voorts constateert de NOB dat de wijziging van de pensioenwetgeving een enorme impact heeft op alle pensioenregelingen van werkgevers en werknemers in Nederland. De aanpassing aan het nieuwe kader gaat gepaard met enorme transactiekosten en de NOB vraagt wat de hoogte van deze kosten zal zijn. De transitiekosten zijn namelijk kosten die niet beschikbaar zijn voor pensioenopbouw.
Over een aantal onderdelen zoals de premies, hervorming van het nabestaandenpensioen, DGA’s en derdepijlerpensioen en btw heeft de NOB nadere vragen en concrete suggesties. Daarvoor verwijzen wij naar de reactie in de bijlage.
Dit commentaar is tot stand gebracht door de Commissie Wetsvoorstellen, bestaande uit de NOB-leden drs. R.A. van der Jagt (voorzitter), prof. mr. dr. A.C.P. Bobeldijk, drs. S.P. de Buck, mr. W.E.J. Dijkstra, mr. J.H. Elink Schuurman, drs. M.J.A.M. van Gijlswijk, E.P. Hageman LLM, prof. dr. mr. E.J.W. Heithuis, drs. J.M. Jonkers, prof. mr. dr. Q.W.J.C.H. Kok, mw. dr. mr. N.M.A. van Kreveld, mw. dr. C.L. van Lindonk, prof. dr. mr. M.M.W.D. Merkx, dr. J.H.M. Nieuwenhuizen, drs. C. Overduin, drs. W.H. Peters, mr. M.H.C. Ruijschop, dr. J. van Strien, mr. M.J. Velthoven, mr. E.A. Visser, mr. L. van der Voort, R. van der Wilt LLM (secretaris wetsuitvoering) en mr. P.A. Anthoni (secretaris wetgeving), en de Sectie Pensioenen, bestaande uit de NOB-leden mr. dr. G.M.C.M. Staats (voorzitter), dr. B. Dieleman, drs. M.J. Hayes, prof. mr. dr. B. Starink, drs. J.A. Stigter, mr. C.H.M. Walschot, mevrouw drs. N.M. Winter en mr. C.R. Meier Mattern (secretaris).